#35: René Kuijten (transcriptie)

Dit is Leaders in Life Sciences, een podcast waarin we op zoek gaan naar het verhaal achter de mens. We praten met leiders van nu en later over wat hun drijft, hun carrière en privéleven. Want door naar elkaar te luisteren komen we als individu en als sector verder. We willen onze partners hartelijk bedanken voor hun steun, dat zijn Pivot Park, Pedersen & Partners en Johnson & Johnson. Te gast in deze aflevering, René Kuijten. Uw host is Henk Jan Out.

Henk Jan Out

Goeiedag luisteraars. Vandaag is René Kuijten onze gast. René is hoofd van EQT Life Sciences. Met 3,5 miljard euro de grootste investeerder in Europa in deze sector. Hij is opgeleid als arts, deed promotieonderzoek in Amerika en kwam vervolgens terecht bij McKinsey. Vanaf het begin van deze eeuw werkte hij in de investeringswereld als managing partner van LSP, dat in 2022 tot EQT fuseerde. Hij was betrokken bij vele succesvolle start- ups en overnames daarvan en als zodanig is hij een bekende in de venture capital business in de life sciences in dit land. René, je van harte welkom hier op het Pivot Park in Oss. Dank je wel. Ik vroeg me af, zijn er best wel wat bedrijven hier in het Pivot Park die mede gefinancierd worden door de EQT?

René Kuijten

Oh, daar moet ik eens even heel goed nadenken. Je begint direct met een hele moeilijke vraag.

Henk Jan Out

Er zijn zoveel bedrijven die je mede financiert. Je kunt het onmogelijk onthouden, denk ik.

René Kuijten

Ik ben wel altijd actief betrokken geweest bij Pivot Park. Ik ben een tijdje ook adviseur geweest bij de start-up. Maar we komen waarschijnlijk zo op het onderwerp dat er eigenlijk in Nederland relatief weinig start-ups zijn. Als je vergelijkt met hoe goed we zijn. En uit mijn hoofd zou ik niet direct iets weten uit Pivot Park, als ik heel eerlijk ben.

Henk Jan Out

Maar er zijn toch wel een hoop scienceparks hier in Nederland. Ik heb altijd het gevoel dat er ontzettend veel van die kleine bedrijfjes opgericht worden.

René Kuijten

Zeker, zeker. Dus Leiden, Utrecht. Utrecht zit bijvoorbeeld, hebben we Meres opgericht. Wat nu op de beurs genoteerd staat, ook op de Nasdaq. In Leiden veel dingen. Octopus, D&H, Pharming. Nee, zeker. Er zijn heel veel, Argenics uiteraard. Dat is een heel groot biotechbedrijf. Er zijn zeker vele in Nederland die wij ook financieren. Maar we blijven altijd zeggen dat onze zuiderburen in Vlaanderen het eigenlijk veel beter doen. En daar zit ik me ook hard voor in, dat we die goede eco-structuur en ecosysteem in Nederland wat betreft de wetenschap veel beter gaan benutten.

Henk Jan Out

We komen daar zo meteen op. Laten we even beginnen met de investeringswereld als zodanig. We hebben in deze podcast veel mensen uit de life science sector gehad, CEO’s, we hebben regelgevers gehad, academische onderzoekers en ja investeerders zijn ook belangrijk, toch? Hoe belangrijk is een privaat investeerder voor de life sciences sector in zijn algemeenheid?

René Kuijten

Nou, je kunt me natuurlijk niet als objectief beschouwen maar ik vind het heel erg belangrijk. Kijk, je moet het eigenlijk zo zien dat de grote farmaceutische bedrijven zijn telkens op zoek naar nieuwe geneesmiddelen die al in de klinische fase zitten, fase 1, fase 2 zitten. En aan de andere kant heb je de wetenschap die ongelooflijk hun best doet om nieuwe ideeën door preclinical fase te krijgen. Maar daar zit een groot gat tussen. En de farma neemt vaak pas dingen over als het in fase 1 of 2 is. En die tussenfase moet ook gefinancierd worden. En dat is uiteraard door universiteiten heel erg lastig. En dan komt venture capital daarin. Dus we zijn eigenlijk een essentiële schakel, zou je kunnen zeggen, in het ecosysteem van financiering van nieuwe geneesmiddelen.

Henk Jan Out

Is dat veel veranderd de laatste 20, 30 jaar? Want vroeger had je natuurlijk de grote bedrijven die allemaal hun eigen research en development deden. Dus die waren denk ik niet zo vreselijk veel bezig met het opkopen van kleine bedrijfjes.

René Kuijten

Dat is enorm veranderd. Uiteraard doen de grote farma nog steeds hun eigen R&D. Maar je ziet dat ze steeds meer kijken naar de wereld daarbuiten. En dat is ook eigenlijk heel logisch. Want wij zeggen ook altijd: de beste wetenschappers, als ze jong zijn, gaan ze niet naar pharma. Die zitten in de academie, die worden hoogleraar. Die krijgen een eigen groep, een eigen lab. Dus de beste ideeën komen eigenlijk nog steeds uit de universiteit. En daarnaast kan farma natuurlijk wat langer wachten totdat venture capital ze heeft gefinancierd

en de beste bedrijven boven blijven bovendrijven. En die eruit pikken. Dus het is een heel interessant model eigenlijk voor pharma om continu de wereld af te screenen om te zien welke bedrijven eigenlijk goede nieuwe geneesmiddelen hebben die in hun pijplijn passen. En andersom is dat voor ons ook een taak om te zien wat heeft farma nodig of wat eigenlijk heeft de wereld nodig aan nieuwe geneesmiddelen om dat te vullen.

Henk Jan Out

Is de investeringswereld dus ook echt heel erg gegroeid de laatste 10 jaar?

René Kuijten

Ja, zeker. Enorm gegroeid. Je ziet ook dat het is gegroeid doordat er steeds meer volwassen bedrijven komen. En er steeds meer CEO’s zijn die het al 1 of 2 keer hebben gedaan. Waardoor alle failures die er vroeger waren niet meer gebeuren. Dus de industrie, vooral in Europa, is de afgelopen 20 jaar enorm veel meer volwassen geworden. Dus het is ook een veel normalere gang voor een wetenschapper om te bedenken: goh, dit is een idee dat ik kan patenteren en dat ik uiteindelijk in een bedrijfje kan onderbrengen.

Henk Jan Out

En hoeveel geld gaat er om in EQT bijvoorbeeld? We noemden het al in het begin, 3,5 miljard euro, de grootste investeerder in Europa. Dat zijn de soort bedragen waar een beetje venture capital firm mee werkt.

René Kuijten

Ja, we zijn de grootste, het is het allergrootste fonds ooit, dat was LSP 7, wat we in 2021 hebben opgehaald, dat is een miljard. Dat is nog steeds het grootste fonds. En daar doen we ongeveer 15 tot 20 investeringen mee. Dus reken maar uit hoeveel er dan in een investering gaat. Dus dat betekent dat biotechbedrijven ook een bepaalde grootte inmiddels hebben. Kritische massa hebben. En in sommige van die bedrijven gaat 500 miljoen of iets dergelijks in totaal. Want we investeren altijd met anderen. In syndicaat zoals dat heet. Dus het betekent 500 miljoen erin voordat farma het overneemt. Het betekent echt dat zo’n bedrijf al behoorlijk tot wasdom is gekomen. En dat kunnen we tegenwoordig in Europa met alle financiers samen. Dat is natuurlijk geweldig.

Henk Jan Out

En waar komt dat geld vandaan?

René Kuijten

Degene die dus in onze fondsen investeren zijn grote investeerders. Dan moet je denken aan grote banken, grote pensioenfondsen, grote vermogensbeheerders. We hebben ook veel farma-groepen die in ons investeren. Want farma speelt eigenlijk op verschillende vlakken. Niet alleen nemen ze sommige van de bedrijven over en doen ze zelf R&D. Maar ze investeren ook in fondsen. Voor ons is dat heel interessant. Want daardoor komen we dicht bij farma te zitten. En zien we ook wat zij graag willen zien en graag willen ontwikkelen.

Dus we hebben veel farma-groepen ook in onze fondsen. En ook veel families, family offices, privé investeerders. En dat is eigenlijk een beetje de opbouw. En ook een aantal overheidsfondsen.

Henk Jan Out

Overheidsfondsen?

René Kuijten

Ja, dus de Nederlandse overheid investeert in fondsen. Maar ook bijvoorbeeld Europese, European Investment Fund. Bij verschillende landen hebben we allemaal verschillende modellen. Maar Europa wil heel graag venture capital promoten. Juist omdat het zo’n belangrijke schakel is, wat ik net vertelde. Niet alleen in de life science, maar ook op andere terreinen. Het is gewoon de sponsor van ondernemerschap, van het MKB zou je kunnen zeggen. En dat vindt Europa heel belangrijk, dat dat wordt ontwikkeld.

Henk Jan Out

Goed, dus jullie hebben een grote zak met geld die je moet beheren. Dus ik neem aan dat je gebombardeerd wordt met allemaal bedrijfjes die allemaal vragen, help ons dit te financieren. Hoeveel businessplannen krijg je per jaar?

René Kuijten

We krijgen 2000 businessplannen per jaar.

Henk Jan Out

2000 bedrijven die graag geld van je willen zien.

René Kuijten

Ja, ze weten ons te vinden…

Henk Jan Out

En dan moet je dus Hoe groot is jouw organisatie? Hoeveel mensen gaat dat dan allemaal beoordelen?

René Kuijten

We zijn met een man of veertig op dit moment. Waarvan denk ik ongeveer dertig investment staff is.

Henk Jan Out

Dat zijn mensen die beoordelen of die businessplannen een beetje deugen.

René Kuijten

Ja, klopt. We hebben een heel systeem over hoe je dat dus goed analyseert. En ik moet zeggen dat van die 2000 al heel veel heel snel afvalt. Want dan zijn de ideeën te klein. Of passen niet in onze scope. We hebben natuurlijk een aantal terreinen waar we heel erg geïnteresseerd zijn of minder in geïnteresseerd. Maar er zijn denk ik wel een 200 of zo die we in detail analyseren.

Henk Jan Out

Maar je zegt, sommigen zijn er niet in de scope waarin we geïnteresseerd zijn. Wat voor dingen zijn jullie met name geïnteresseerd?

René Kuijten

Nou, wij richten ons volledig op de mens. Je hebt natuurlijk ook heel veel plannen die in de agri-foodsector zitten of in de animal health sector zitten. Dat valt al direct af. Dan zijn er Eigenlijk de grootte van de mogelijke investering is belangrijk. Want we willen zo’n fonds met 15 tot 20 investeringen doen die allemaal relatief even groot zijn. Dus dat betekent dat de kleine ideeën die passen niet meer in ons fonds.

Henk Jan Out

Hoeveel investeer je minimaal in zo’n bedrijf?

René Kuijten

Dat hangt van de fase af. We investeren in verschillende fases. Dus als het echt een start-up is, dan kan het ook een klein bedrag zijn. Zeg 5 miljoen of iets dergelijks. Maar meestal bij de tot wasdom komen gaan er steeds andere rondes in en komt er steeds meer bij. Dus zo’n plan moet wel de potentie hebben dat er tientallen miljoenen in kunnen. En daardoor vallen wel heel veel plannen in het begin af.

Henk Jan Out

En hoe beoordeel je dat dan? Hoe werkt dat?

René Kuijten

Nou, dus van degene die overblijven, die in de focus zijn is eigenlijk het allerbelangrijkste de wetenschap. Is het echt, wordt het gepubliceerd in de topjournals, is het echt een doorbraak? Wij doen geen Me-Too-achtige dingen die er al zijn en een klein beetje verbeteren. Maar het moet echt baanbrekend zijn, moet echt een grote stap betekenen in die ziekte.

Henk Jan Out

Waarom zou je geen Me-Too’s doen als dat misschien de kans vergroot dat je daar een goed rendement uit haalt?

René Kuijten

Nou, dat is een goede vraag. Over het algemeen is het lastig om daar een goed rendement uit te krijgen. Omdat je dan een kleine marginale verbetering hebt. Meestal investeren we in een vroege fase. En dan wil je ook echt weten dat alle tijd en geld die je erin stopt dat dat ook echt wat oplevert. Ook qua impact voor de patiënten. De mensen die bij ons zitten venture capital klinkt altijd alsof we de hele dag geld zitten te tellen. Maar het zijn echt allemaal mensen die een PhD, post-doc hebben, geneeskunde hebben gedaan.

En die echt ook graag iets goeds met dat geld willen doen. Het gaat natuurlijk zeker om rendement. Want daarom investeren de investeerders in onze fondsen. Maar het gaat ook om impact. Het gaat ook om, leidt het ergens toe? Dus onder die filosofie is een Me-Too ook niet echt heel gangbaar.

Henk Jan Out

Heb je dan ook een maatschappelijke focus? Kijk je dan ook specifiek naar bedrijven die middelen ontwikkelen voor ziektes waarvoor nog geen geneesmiddelen zijn bijvoorbeeld? Dus de maatschappelijke impact van je investeringen. Speelt dat een rol?

René Kuijten

Zeker. Dus de ziektes waar nog helemaal niets voor is die zijn vaak heel interessant. Dat worden wel de orphan diseases genoemd. Daar kan je een andere soort goedkeuring, snellere goedkeuring voor krijgen. Dus je hebt minder grote patiëntgroepen nodig. En dat kan vaak een doorbraak zijn in een dergelijke ziekte. Nou, farming was natuurlijk een voorbeeld van het ziekte van Pompe. En later met andere ziektes. Dus dat is denk ik wel, dat zal het zijn, een kwart of zo van wat we doen. Dat zijn echt de echt zeldzame ziektes. Maar daarnaast ook gewoon de oncologie en diabetes en cardio en neuro. En alle grote terreinen zou je kunnen zeggen.

Henk Jan Out

Het is natuurlijk best ingewikkeld om elke keer die wetenschappelijke evaluatie te doen. Ik neem aan dat je dat niet allemaal zelf doet. Want dan heb je externe mensen voor?

René Kuijten

Nee, dus de eerste screen doen we zelf. Want zoals ik al zei, we hebben allemaal mensen die daartoe zijn opgeleid. Maar ik zeg ook altijd: hoe langer je bij ons zit, hoe verder je natuurlijk verwijderd bent van de echte academische wereld. Dus we moeten altijd naar buiten om met experts te praten. Dat is dus eigenlijk ook de kracht, dat je dat al 25 jaar doet en een netwerk hebt van de beste experts. Dus wij kunnen ook echt zeggen van: nou,

we zien deze antibody bijvoorbeeld. En we weten dat er in Berkeley iemand aan die antibody werkt. We gaan met die persoon praten over of dit nou echt nuttig is of niet. We werken ook met een aantal mensen die ons snel doorverwijzen naar de topwetenschappers. Dus de mensen hier in Nederland die we heel goed kennen die ook leraar zijn, die zeggen: nou dat doet die of dat doet die. En dat is eigenlijk de kracht van zo’n groep. Dat je een heel groot netwerk om je heen hebt om heel snel tot de essentie van de wetenschap te kunnen komen. Dus de wetenschap is heel erg belangrijk. Dan de kliniek. Dus we spreken ook altijd met clinici, met artsen om te zien of ze het ook daadwerkelijk gaan gebruiken. Dat geldt vooral, dat is een mooi voorbeeld voor medische instrumenten. Dan heeft een techneut iets geweldigs ontwikkeld maar dan zegt die arts van: dat is maar voor drie procent van mijn patiënten. En ook je moet begrijpen of het past in de routine die een arts heeft. Dus de techniek kan nog heel mooi zijn, maar als het niet past in zijn routine is het heel erg lastig om het uiteindelijk op de markt te krijgen. Dus de dokter is ontzettend belangrijk. En dan de derde is natuurlijk eigenlijk, dat zou je in breedte kunnen zeggen: de markt. Maar daar zit dan ook de industrie bij. Dus het spreken met farmabedrijven. Wat zij zien of het interessant is of het in hun pijplijn past. Want het is wel belangrijk om te weten dat wij eigenlijk bijna altijd onze bedrijven verkopen. Want als een bedrijf succesvol is dan kan een farmaceutisch bedrijf daar veel meer mee dan een kleine start-up. Die kunnen veel meer fase 3 trials tegelijkertijd doen. Als je iets hebt in oncologie en je ziet dat het wat is geworden dan kunnen zij dat op verschillende indicatiegebieden binnen de oncologie in één keer inzetten. Dus de kracht is eigenlijk altijd wel om heel goed contact te hebben met farma en te begrijpen of dat in de pijplijn past.

Henk Jan Out

Is dat niet interessant voor het  investeringfonds om er dan toch nog langer bij te blijven in plaats van alles te verkopen? Want als het echt heel succesvol is, dan kan je daar misschien hogere rendementen bij halen als je zelf aandeelhouder of een raad van commissarissen wat dan ook nog een vinger in de pap hebt bij fase 3 voordat je het helemaal verkoopt.

René Kuijten

Dat is zo, dus in sommige gevallen gebeurt dat ook. Maar dat voorbeeld wat ik noemde net binnen oncologie: als er dus een mogelijkheid is dat pharma honderden miljoenen ineens erin gaat stoppen om op verschillende indicaties te gaan. Dan is het ook voor hun meer waard dan het op dat moment voor de investeerder in principe waard is. Ze betalen dan een behoorlijke premie op de waarde van het bedrijf op dat moment. En dat is dan heel interessant om het op dat moment juist los te laten. Zo’n fonds loopt natuurlijk ook een beperkte tijd.In totaal tien jaar. Dus op een gegeven moment moet je er in feite ook uit. Maar een andere exitroute voor ons is de IPO. Dus de beursgang. Dus een aantal van die bedrijven, wat ik net noemde, ook Argenics, die zijn naar de beurs gegaan. En op die manier halen die heel veel geld op om die pipeline verder te vullen.

Henk Jan Out

En wat voor randementen rekenen jullie mee? Wanneer is een project, wanneer is jullie jaar geslaagd? Wat voor randement moet je dan hebben?

René Kuijten

Nou, we kijken meer over meerdere jaren. En we kijken op fondsniveau. Dus op fondsniveau heb je natuurlijk een aantal dingen die niet lukken. Want het is venture capital, er zit risico aan. Maar de toppers, we hebben een keer meer dan twintig keer ons geld gemaakt. Twintig keer de inleg. Dus ik zou zeggen dat gemiddeld moet zo’n fonds twee à drie keer de inleg van de investeerders terugbetalen. En dat komt net neer op een rendement van tussen de vijftien en de twintig procent op jaarbasis als je dat terugrekent. En dat is natuurlijk de opslag bovenop het risico wat je in feite hebt. Want je loopt natuurlijk risico’s met zo’n fonds. Want dat zijn allemaal start-ups.

Henk Jan Out

En ik neem aan, jullie doen zo vreselijk veel projecten dat je regelmatig evalueert. In het verleden; wat zijn nu eigenlijk de succesvolle projecten gebleken en welke niet? Zijn er bepaalde variabelen die voorspellend zijn voor het succes?

René Kuijten

Nou ja, wel. Er zijn bepaalde richtingen die heel erg lastig zijn om daar rendement mee te maken. Bijvoorbeeld molecular diagnostics. Überhaupt, diagnostiek is veel lastiger dan…

Henk Jan Out

Omdat de marges daar uiteindelijk veel lager zijn?

René Kuijten

Ja, het is vaak lastig om het te implementeren. Diagnostiek is ook vaak dat apparatuur. Dus dat betekent dat je in het lab dingen moet veranderen. Dus molecular diagnostiek is niet zo’n goede… Op indicatiegebied is het best lastig. Want soms zijn er terreinen waar we in eerste instantie heel voorzichtig mee zijn. Bijvoorbeeld gentherapie of stamcel of iets dergelijks. Maar waar je op het juiste moment moet instappen. En die dus nu wel heel veelbelovend zijn. Dus ook de timing van wanneer je ergens ingaat is ontzettend belangrijk.

Henk Jan Out

Als jij een bepaald businessblad binnen ziet komen. Dan heb je niet bij een heel aantal een soort gut feeling van: jongens dit gaat het helemaal worden. Er blijft altijd een risico.

René Kuijten

Er blijft altijd een risico. Maar er zijn een aantal vakken, ik noemde net de science, de dokter die er naar kijkt en de industrie, maar uiteindelijk kijken we ook natuurlijk naar het team. Ik vind het altijd zelf heel erg belangrijk om het team te zien presenteren. Dus ons team heeft een analyse gemaakt zal ik maar zeggen en dan vragen we altijd, we willen het team zien. En die komen het verhaal vertellen. Dus dan hebben we er al heel veel over gehoord van ons eigen team, iedere week bespreken we dat. En dan komen ze op het podium en dan komen ze het verhaal vertellen. En dan zie je echt ook de passie in hun ogen en de manier waarop ze het uitleggen en kunnen ze echt het verhaal kwijt. Vooral voor de beetje later stage bedrijven is het natuurlijk ontzettend belangrijk, want dat is ook de pitch die ze straks gaan hebben als ze naar de beurs gaan of als ze naar farma gaan. Dus de mens daarachter is natuurlijk ontzettend belangrijk. De patentpositie, die financiële positie, weet je, al die andere dingen, daar kijken we ook zeer zeer sterk naar. Maar het begint eigenlijk wel met de kern van, ja, is het echt baanbrekend en wetenschappelijk heel erg goed. En denken we dat het enorm attractie heeft voor farma. Dus ja, je ontwikkelt een gevoel, zal ik maar zeggen. Het is geen wetenschap, het is echt natuurlijk toch een beetje een art om de goede dingen eruit te kunnen pikken. En daarom hebben we natuurlijk een groot team, die altijd met twee of drie man tegelijk naar zo’n deal kijken, zodat je ook samen een beetje gevoel krijgt. We gaan niet op individuen af. Maar we gaan op een team af. En dat team vertrouw je volledig. Want je werkt al jaren met elkaar samen. En op die manier besluit je dan.

Henk Jan Out

Heb je nog veel interne discussie? Zijn er soms echt totaal tegengestelde meningen binnen het team over wel of niet te investeren?

René Kuijten

Het gaat geleidelijk. Want meestal duurt het wel twee, drie, vier maanden. Voordat je zo’n investering echt doet. Soms nog wel langer. En iedere week bespreken we zo’n voorstel. Dus iedere week houden we een soort van vinger aan de pols. Dan zijn we verschillende fasen in. Dus een team maakt eerst een A4’tje en dan een uitgebreide voorstel en dan komt dat team van het bedrijf presenteren, management team. Dus je krijgt langzamerhand gevoel. En degene die bij ons de deal doen, die zien ook aan ons of het valt of niet. Dus gedurende die rit van 3-4 maanden krijg je een heel goed gevoel of het team erachter staat of niet. En het is natuurlijk ook een beetje een luxe dat we zo ontzettend kunnen kiezen. Dus als je het gevoel hebt dat het niet het hele team erachter staat, dan gaan we vaak ook niet door.

Henk Jan Out

Ja, en Nederland. Dat is een onderwerp waar je zelf ook heel betrokken bij bent. Want je vindt eigenlijk dat er in Nederland veel meer zou kunnen gebeuren om succesvol te kunnen zijn in de life sciences sector. Kun je daar wat meer over zeggen?

René Kuijten

Nou, in algemene zin is dat zeker zo. Onze wetenschap is fantastisch we staan boven aan alle impact lijstjes of of hitscore en age factor, ik weet niet wat allemaal. Maar het aantal echte geneesmiddelen dat uit Nederland komt, ik heb niet alleen niet eens alleen over start-ups maar gewoon überhaupt wat er wordt geproduceerd, is echt gewoon beschamend laag. En daar zijn we ook al jaren is Nederland daarmee bezig.

Henk Jan Out

Vergeleken met andere landen ook…

René Kuijten

Ja, en ik vind dat andere landen een aantal andere voorbeelden zijn die veel succesvoller zijn. En ik denk dat een van de belangrijkste missers die we hebben… Laat ik eerst aan de goede kant beginnen. Er gebeurt ontzettend veel in het start-up klimaat. Er zijn heel veel seedfondsen ontstaan, wat super goed is. Er zijn natuurlijk, wat je al zei, die science parken zijn bij verschillende steden ontstaan.

Henk Jan Out

Die floreren goed.

René Kuijten

Die floreren heel goed. Dat worden echt ook een beetje ecosystemen op zichzelf. Maar wat eigenlijk de afgelopen 20, 25 jaar altijd is gebeurd is dat overheidsgeld gaat iedere keer naar andere ideeën. Het is toch vaak zo dat de overheid zo’n ecosysteem in eerste instantie moet stimuleren. En we hebben, ik denk wel, tien verschillende instrumenten gezien die iedere keer vier tot acht jaar bestaan en vervolgens weer weg worden getrokken. We begonnen met Biopartner, Technopartner. We hebben het Topinstituut Pharma gehaald. Nu begint het Groeifonds. Een aantal dingen zijn daarmee gefund en dat wordt ook weer weggelegd. Waardoor we niet eigenlijk structureel financieren. En niet iedere keer de dingen die succesvol zijn, precies doorzetten. En dat heeft bijvoorbeeld onze zuiderburen in Vlaanderen, die hebben dat ongelooflijk goed gedaan. Die zijn precies die periode geleden, 30 jaar geleden zijn die met het Vlaamse Instituut voor Biotechnologie begonnen. Daar heeft de overheid in één keer gezegd we gaan 25 miljoen euro per jaar daarin stoppen. En dat is een ongelooflijk succes.

Henk Jan Out

En die zijn daar ook nooit van teruggekomen. Die hebben dat elk jaar, al jarenlang doen ze dat.

René Kuijten

Ja, dat is de kern inderdaad. Ieder jaar ook wat meer. En ze hebben ook vanaf het begin niet gezegd: we doen het vier of acht jaar, dan moet je je broek maar ophouden. Nee, het gaat juist andersom. Als wij zien dat het succesvol is, dan geven we jullie meer. Want dan zijn we een vliegwiel aan het aanzetten. En zij kijken niet naar hoeveel geld ze kwijt zijn, maar ze kijken naar wat het in de economie oplevert. En dat berekenen ze naar aanleiding van hoeveel geld van buiten er ook ingaat. Hoeveel werkgelegenheid het creëert. En zij berekenen dan, dat is een bepaalde economische analyse, dat van iedere euro die er ingaat, komt er tien euro uit zo langzamerhand. Dus het is een enorm succes geweest. Daar kijken we al jaren naar. En iedere keer denken we: waarom doen we dat niet? Waarom doen we dat in Nederland niet ook? Want dat is helemaal niet zo’n ontzettend groot bedrag. Ik geloof dat er nu per jaar 85 miljoen in gaat. Dus inmiddels is het behoorlijk groot.

Maar dat brengt dus ook een rendement op. Wij kijken alleen maar naar de kosten. En we kijken niet goed genoeg naar de opbrengsten.

Henk Jan Out

Maar toch is er in het Groeifonds ongelooflijk veel geld gestopt. Ik bedoel, ja, natuurlijk is het nu weer onderhevig aan aan politieke willekeur zal ik maar zeggen… Maar desalniettemin er is een hoop geld ingestopt en datgene wat gealloceerd is, dat mag ook uitgegeven worden. Dat is al aanzienlijk meer dan die 28 miljoen die jij net noemde. Er gaat best wel veel geld toch in Nederland naar dit soort dingen?

René Kuijten

Ja, aan de goede kant: er gaat heel veel geld in, maar aan de minder goede kant is dat het dus iedere keer we weer het wiel opnieuw gaan uitvinden. En iedereen rent natuurlijk achter die groeifondsvoorstellen aan. Wij inclusief, of de instituten die wij hebben geholpen ook. Maar als op een gegeven moment dus de vervolgfinanciering niet meer komt gaan we weer naar iets anders. Dat is het probleem. Niet zozeer de hoeveelheid geld, absoluut niet. Dus we moeten ook allemaal niet praten over dat er nou zoveel meer in moet. Maar gewoon dat het op een andere manier wordt ingezet. En dat de succesvolle initiatieven die er zijn, structureel worden gefinancierd.

Henk Jan Out

Maar waarom moet dat van de overheid komen? Jullie kunnen toch ook als collectieve private partijen, eet ik veel, al die investeringen, jullie hebben een hoop geld te besteden. Je kunt toch ook dat zelf in de Nederlandse infrastructuur zetten. En dan kan je meteen profiteren van alles wat daaruit komt. Waarom moet dat van de overheid komen?

René Kuijten

Ik ben heel blij dat je die vraag stelt. Want dat is natuurlijk de vraag die iedereen stelt. En die heel erg voor de hand lijkt te liggen. Maar het rendement komt terug in de economie, in werkgelegenheid dus belastingopbrengsten voor de overheid. En daar kan een individuele investeerder natuurlijk geen benefit van krijgen. Als ik investeer in de infrastructuur en het Pivot Park in Oss dan is dat voor mijn investeerders bijna onmogelijk. Want dat is iets wat er staat en wat een ecosysteem creëert. Dit is nou juist precies iets wat de overheid moet aanjagen. En ook dus moet kijken naar de opbrengsten. Niet uit de verkoop van een start-up. Of het directe rendement in vijf of tien jaar. Nee, maar zoals de Belgen dat doen: naar al het externe geld dat erin gaat. En alle services die eromheen ontstaan. De werkgelegenheid die ontstaat. Want dat is uiteindelijk de opbrengst die ook weer in het laadje komt van de overheid. Dus die economische analyse is voor de overheid ontzettend belangrijk.

En dat komt nooit weer terug in de portemonnee van de individuele investeerder.

Henk Jan Out

Maar dat lijkt een vrij straightforward calculatie. Waarom gebeurt dat dan niet in Nederland?

René Kuijten

Nou ja, als ik het heel onaardig zeg denk ik dat iedere minister van economische zaken weer een nieuw plan wil. Het is niet gebrek aan geld, dat zagen we bij het groeifonds, ineens lagen er miljarden. Maar het is ook durven om in te zetten op het succes van je voorganger en op bestaande ideeën, paden gewoon door te gaan die goed zijn. En ik vind dat we heel streng moeten zijn in afrekenen met dingen die niet goed waren.

Je kunt best zeggen we starten nu tien groeifondsplannen. En we continueren maar met twee. Want zoveel geld is er. Dat is natuurlijk prima. En de innovatie door het groeifonds met nieuwe dingen starten is ook super. Maar het moet een mix zijn tussen impulsfinanciering en structurele financiering. En die balans die zo ontzettend belangrijk is, die is er in Nederland echt.. Die is er niet. Er is alleen maar impulsfinanciering en geen structurele financiering.

Als ik het even heel zwart-wit maak.

Henk Jan Out

Wat moeten we doen om dat te veranderen? Kan de sector zelf iets doen?

René Kuijten

Ja, dat vind ik wel. Ik zit in dat Health Holland en een aantal andere initiatieven. Daar proberen we mensen mee te krijgen om dit inderdaad te doen. Maar weet je, het is ook heel lastig als er ineens zoveel miljard ligt voor een groeifonds. Om te zeggen, wij vinden dat geen goed idee. We vinden eigenlijk dat het ergens anders heen moet. Iedereen rent daar dan toch achteraan. Dat is heel logisch, dat is heel menselijk. Het moet denk ik echt, dat kwartje moet vallen bij de overheid. Dat men zegt: wat zijn nou de dingen die we de afgelopen tien jaar hebben opgezet. Ook van de groeifondsvoorstellen. Er zijn heel veel goede voorstellen. Maar die moeten ook gecontinueerd worden over acht jaar. Dus daar moet geld voor zijn. En het zou zonde zijn als we dat laten vallen.

Henk Jan Out

Heb je het gevoel dat er in de academie in Nederland nu meer bewustwording is voor het belang van valorisatie van inderdaad in zee gaan met private partijen zoals investeringsfondsen. Het is natuurlijk altijd wel een beetje een heikel onderwerp in Nederland. Academia wordt geacht wetenschappelijk onderzoek te doen en te publiceren en dat staat op zichzelf. Maar dat idee van we moeten ook iets betekenen voor de samenleving

tot een product leiden. Gaat dat de goede kant op?

René Kuijten

Nou, ik vind heel veel universiteiten hebben als derde pijler naast onderzoek en onderwijs nu al valorisatie staan. Dat is dus wat je bedoelt. Dus dat is al een stap vooruit. Er zijn ook echt hoogleraren die zich daarop richten. Heel veel mensen worden erin onderwezen. Maar ik denk dat zo’n instituut zoals het Vlaamse Instituut voor Biotechnologie, die leidt ook onderzoekers dan op hierin en creëert daardoor enthousiasme. En als je ziet dat zo’n heel ecosysteem daar omheen start. Dan heeft dat ook weer zijn implicatie voor de academie. En voor de raden van bestuur, et cetera. En dat wil je natuurlijk eigenlijk hebben. We hebben in Nederland dus ook een initiatief gestart wat heel erg lijkt op het VEB, maar ze heeft geconcentreerd op de oncologie: Het Oncode Instituut. En je ziet dat als je allerbeste oncologische onderzoekers bij elkaar brengt. En je hebt wat geld voor die valorisatie en voor proof of concept funds. En voor hele goede mensen die valorisatie kunnen doen. Die ervaren zijn in de business development in de oncologie. Die uit de industrie komen. Als je dat bij elkaar brengt dan heb je een ongelooflijke succesformule. Dat instituut is inmiddels opgeklommen tot het drie na beste wetenschappelijk instituut, in algemene zin, in de wereld. Dat is echt gigantisch.

Henk Jan Out

Het is gemeten aan

René Kuijten

Aan publicaties.

Henk Jan Out

Ondanks hadden we Jan Paul Medema hier als gast in de podcast als wetenschappelijk directeur van het Oncode Instituut. Prachtig verhaal. En dat zouden we ook op andere terreinen kunnen doen?

René Kuijten

Zouden we op andere terreinen kunnen doen en we moeten het doorzetten. Want nu zeggen mensen het bestaat zes, zeven jaar en nu moeten ze langzaam op eigen benen staan. Maar zo werkt dat natuurlijk helemaal niet. Want voordat je echt een succesvolle start-up hebt waar ook weer geld uitkomt, dat duurt echt een behoorlijke tijd.

Henk Jan Out

Moeten we dat als Nederland doen? Of moeten we het misschien wat breder aanpakken? In een Europees verband bijvoorbeeld? Nou, dat zou ook kunnen. Dan heb je misschien wat meer kans op wat meer continuïteit.

René Kuijten

Het zou zeker kunnen, maar dan moet je natuurlijk als Nederland wel een voortrekkersrol spelen. En als je als Nederland zegt, we doen het, maar we willen ook anderen erbij betrekken, kan dat natuurlijk heel goed. En de Oncode Institute is ook eigenlijk niet alleen Nederlands, want er komen heel veel buitenlandse onderzoekers op af omdat het zo’n ongelooflijke kwaliteitsstempel geeft.

Henk Jan Out

Jullie zijn heel erg betrokken. Ook als je eenmaal financiert in een start-up. Dan zit je ook zelf in de Raad van Commissarissen. Dus je helpt ook zo’n bedrijf echt te managen. Er zijn natuurlijk een paar vachtige voorbeelden van start-ups die voor een fantastisch bedrag zijn overgenomen. Hier op Pivot Park hebben we Certa natuurlijk gehad. Wat overgenomen is door AstraZeneca. Maar dat gaat dan ook weer om gigantische hoeveelheden geld. Ik meen dat dat een totaal een deal van 5, 6 miljard of zo was inclusief alle milestones die erbij kwamen kijken. En als gevolg daarvan zijn ook weer die prijzen van die geneesmiddelen natuurlijk weer erg hoog, want dat geld moet ook weer terugverdiend worden. Geloof je niet dat het juist door dat soort prijzen en dat soort overnamebedragen natuurlijk fantastisch voor jullie is, want dan kun je mooie rendementen halen, maar dat dan een soort prijsopdrijvend effect heeft?

René Kuijten

Nee, dat geloof ik niet. Als je kijkt als farma zelf een geneesmiddel ontwikkelt dan zijn ze daar vaak 2, 3 miljard per geneesmiddel mee kwijt. En als ze een bedrijf overnemen of één geneesmiddel overnemen wat wij hebben ontwikkeld, is dat vaak minder dan 1 miljard per geneesmiddel. Dus uiteindelijk is het voor hen nog steeds een hele goedkope manier om het te doen. En dat komt natuurlijk omdat ze die hele vroege fase niet hebben hoeven financieren. Inclusief alle failures die er natuurlijk in die tijd ook zijn geweest. Ze pikken dingen eruit die al een hele hoge kans van slagen hebben. Dus eigenlijk moet je het zo zien. En vooral een bedrijf wat voor 4, 5, 6 miljard wordt overgenomen, heeft natuurlijk een pijplijn. Heeft een bepaalde technologie die in de toekomst nog veel meer voort gaat brengen. Dus dat denk ik absoluut niet. Dat heeft absoluut geen prijsophogend effect.

Henk Jan Out

Maar goed, maar die prijzen zijn natuurlijk wel, want ik stel het bijna aan iedereen geloof ik, in deze podcast die vragen over de prijzen van geneesmiddelen, omdat het natuurlijk ook zo’n actueel onderwerp is en je komt uit de venture capital wereld, maar wat vind je van die prijzen van geneesmiddelen? Zijn die eigenlijk niet veel te hoog? Is het allemaal value for money?

René Kuijten

Nou sommige niet, daar zal ik heel eerlijk over zijn.

Henk Jan Out

Ook van bedrijven die jullie hebben overgenomen, of die jullie gefinancierd hebben, die overgenomen zijn? Uiteindelijk is dat allemaal niet zo vreselijk veel toegevoegde waarde?

René Kuijten

Nee, bij ons niet, Henk Jan…

Henk Jan Out

Nee, uiteraard.

René Kuijten

Het is lastig om Wij verkopen natuurlijk in fase 1, fase 2 en dan moet het nog door fase 3 en dan moet het nog de markt op.

Henk Jan Out

En dan heeft het ook nog 50% kans om te mislukken in fase 3.

René Kuijten

Kans om te mislukken, ja. Maar we hebben bijvoorbeeld een bedrijf in Engeland gehad. Q-DOS heette dat. Wat een geneesmiddel Oleparib op de markt heeft gezet voor postaatborst en ovariumkanker. En wat een gigantisch succes is. Die prijzen zijn redelijk. Maar daar wordt wel een omzet van meer dan een miljard per jaar gemaakt. AstraZeneca heeft het overnomen. Die hebben daar een behoorlijke strike mee gemaakt natuurlijk. Dus ik denk dat… Kijk, er zijn zeker excessen die we allemaal kennen, van geneesmiddelen die misschien de levensduur met één of twee maanden verlengd en schrikbare duur zijn. Ja, ik vind dat men zich daartegen zou moeten verzetten. En andersom zijn de geneesmiddelen niet worden goedgekeurd, voor zeldzame ziektes bijvoorbeeld, die kinderen kunnen helpen om te overleven en die niet worden vergoed. Dus daar zit wel heel wat discussie. Maar het is zeker zo dat er excessen zijn. En ik zou zeggen dat we ervoor moeten zorgen dat dat niet kan.

Henk Jan Out

Heeft venture capital een rol daarin vind je? In dat soort maatschappelijke discussies over prijzen?

René Kuijten

Nou wat ik al zei, dat wij echt nog vijf, zes jaar afzitten van dat het op de markt komt. En dus ook helemaal niet betrokken zijn bij de prijsvorming rond een geneesmiddel. Dat is eigenlijk het lastige. Dus daardoor hebben wij eigenlijk geen rol in welke prijs dat gaat krijgen.

Henk Jan Out

Misschien wel in andere, waar we het al even over hadden, in keuzes die je misschien maakt voor bepaalde geneesmiddelen die we allemaal niet te financieren. Bepaalde bedrijven afhankelijk van de maatschappelijke waarde van zo’n potentieel geneesmiddel. Of dingen als, waar we natuurlijk in Nederland ook veel over hebben, is een maatschappelijk verantwoord licenseren. Daar kun je toch ook een rol in spelen als een van de eigenaren. Zeker. Dat je bepaalde dingen afdwingt bij Big Pharma als die het gaan kopen. Zeggen van ja dat is leuk, maar ik eis wel. Nou ja… Noem het maar op…

René Kuijten

Ja. We zitten in. Hebben ook een aantal van die werkgroepen gezeten in Nederland. Over verantwoord licenseren. Dat vind ik een ontzettend goede ontwikkeling. Dat we daar met z’n allen heel goed over nadenken. Aan de andere kant moet je het ook wel zo zien dat wil en geneesmiddel goed gekeurd worden, en door pharma worden overgenomen en door de FDA gaan enzovoort… Hoe meer hurdles je opbrengt bij het begin van zo’n start-up,

hoe lastiger het wordt om het ook te verkopen. Het is in het begin heel moeilijk om te bepalen waar je dan precies de grenzen zet. Het klinkt nu alsof wij iedere keer miljarden verdienen met de bedrijven, maar dat zijn natuurlijk de hoge uitzonderingen. En er gaat heel veel ook in bedrijven die heel veel goede ontwikkelingen hebben en die dus het veld enorm vooruit helpen, maar die uiteindelijk niet succesvol zijn.

Henk Jan Out

Zijn de slagingspresentaties van investeringen die jullie doen eigenlijk vergelijkbaar met Big Pharma in de zin van failures? Ik bedoel, het bekende verhaal is farma is 90% na eerste toetiding bij de mens haalt het niet aan de eindstreep. Geldt dat eigenlijk ook voor jullie investeringen? Is dat ongeveer 90% weggegooid geld?

René Kuijten

Nee, nee, nee, zeker niet. Ik denk dat van zo’n portefeuille van 15 tot 20 bedrijven nou, ik denk iets van tussen de 10 en 20% van die bedrijven redt het niet. En je zou kunnen zeggen, je hoopt dan 20 tot 30% van die bedrijven doet het heel erg goed. Over het algemeen is het ook dat bedrijven die het niet goed doen kunnen we al in een vroege fase afscheid nemen. Want dat is dan vaak de vroege onderzoek en hebben we nog niet zoveel geld ingestopt. Dus slagingspercentages voor clinical trial is heel erg lastig. Want uiteindelijk is de sample die we hebben natuurlijk toch nog relatief klein. Want dan moet je ook echt oncologie met oncologie vergelijken. En dan in bepaalde indicatiegebieden, et cetera. Dus het is heel lastig om dat te… Maar onze due diligence is er natuurlijk op gericht dat we een 60, 70% slagingskans met zo’n bedrijf hebben. En dat risico proberen we ook te verminderen

doordat we altijd investeren in bedrijven die meerdere geneesmiddelen ontwikkelen. Dus als de voorloper het niet haalt, kan de tweede het wel halen. En weet je, dus daardoor heb je meer een platform risico dan individueel risico. En wat ik al zei, door zo min mogelijk in het begin te investeren, wat natuurlijk de meest risicovolle fase is.

Henk Jan Out

En wat is jouw ervaring in onderhandelingen met vroege start-ups, bijvoorbeeld vanuit academia, misschien vanuit het Oncode Institute als een voorbeeld. Is het makkelijk om die licentie over discussies te hebben? Zijn academia zich voldoende bewust van de risico’s die er nog liggen in het vervolgtraject? Of hebben ze een te groot wensenlijstje in de algemeenheid?

René Kuijten

Nou, ik denk dat bij de instituten zoals Oncode wat je noemt, maar ook bijvoorbeeld een RegMed. Daar zitten mensen die heel veel ervaring hebben en dat zien de universiteiten natuurlijk ook. Dus over het algemeen gaat dat heel goed. Maar als je het besluit laat aan de bestuurders van de universiteit. Die zitten niet in dat veld. Daar kunnen ze natuurlijk niet zo heel erg veel aan doen. Maar er zijn wel eens uitspraken geweest van een universiteitsbestuurder toen wij in een hele vroege fase geïnteresseerd waren. En die zei van, nou ja, dan doen we dat nog maar niet. Want dan is er zoveel interesse, dan wachten we nog maar even. En dan moeten ze maar drie keer zoveel betalen. Dat zijn natuurlijk hele rare discussies die je dan hebt met iemand die eigenlijk helemaal niet in het veld zit.

Henk Jan Out

Ja, maar dat zijn uitzonderingen.

René Kuijten

Dat zijn zeker uitzonderingen. Het is jammer nog wel dat er nog weinig uniformiteit is tussen universiteiten over hoe je patenteert, welk aandeel een hoogleraar krijgt in een start-up, wat hij dan nog mag doen. Daar zou ook nog wel veel te vinden zijn.

Henk Jan Out

Dat hebben we natuurlijk onlangs uitgebreid in de media en verslag van gezien van Ronald Plasterk en zijn bedrijf.

René Kuijten

Zeker.

Henk Jan Out

Goed, even naar jezelf terug. Want je bent opgeleid als arts, hè?

René Kuijten

Ja, klopt.

Henk Jan Out

En toen ben je gepromoveerd in Amerika, maar je hebt nooit de wens gehad om echt in de kliniek te gaan werken als oncoloog of anderszins?

René Kuijten

Ja, van oorsprong wel. Dat was natuurlijk het idee.

Henk Jan Out

Wat is daarin veranderd?

René Kuijten

Nou, ik denk eigenlijk in mijn studententijd zag ik veel meer om me heen, medestudenten. Ik kreeg ook een heleboel andere interesses. Ik ging promoveren omdat ik dat onderzoek heel erg leuk vond. En ik vond het ook een geweldige tijd in het 11 jaar. Maar toen kwam daar McKinsey langs met een verhaal dat ze healthcare consulting ging opzetten. En mensen zochten. En dat ze juist dokters zochten. En ze hadden een soort opleiding van twee jaar. Waar je een jaar bij McKinsey werkte en een jaar je MBA deed. En mijn hoogleraar promotor Tom Voûte was dat uit het Emma Kinder ziekenhuis. Die zei: nou dat moet je gewoon doen. Want dan heb je twee jaar iets anders gezien dan al die andere dokters in het ziekenhuis. En dan kom je daarna terug en dan heb je toch een veel breder blikveld. En dat leek me super leuk. Dus ik ben twee jaar naar McKinsey gegaan en een MBA op Instiat gedaan. En toen ik daar eenmaal zat toen werd ik daar eigenlijk zo ongelooflijk uitgedaagd, dat ik dacht ik kan ook in die healthcare iets doen wat niet in de kliniek is. Ik ben nog steeds van overtuigd dat gezondheidszorg veel meer is dan dat je zegt dat iedere opgeleide dokter per se specialist of huisarts zou moeten worden. Je kunt op heel veel andere rollen vervullen om in die gezondheidszorg goede stappen te zetten. En dat is eigenlijk toen mijn ambitie, mijn passie geworden. Dus binnen McKinsey heb ik ook vooral healthcare gedaan. En dat vond ik ontzettend leuk.

Henk Jan Out

Dus dan was je, we hebben niet zo lang geleden Koenraad Wiedhaup hier gehad van de Leyden Labs. Jarenlang in McKinsey gewerkt.

René Kuijten

Ja, ken ik heel goed. Zijn vader ken ik nog.

Henk Jan Out

Ja, die is hier Research Development Director geweest bij Organon. Het is een kleine wereld uiteindelijk. Ja blijkt elke keer weer. Maar McKinsey is natuurlijk een mooie, fantastische ervaring waarschijnlijk die je erop gedaan hebt. Die je hebt kunnen gebruiken in de investeringswereld, of niet?

René Kuijten

Ja, zeker. Daar heb ik ongelooflijk veel geleerd. Het is een enorme goede leerschool. Voor jonge mensen. Ik kwam natuurlijk uit een totaal ander veld. En ik heb in korte tijd. Heel veel geleerd over, niet alleen hoe een business werkt, maar ook hoe je problemen aanpakt. Problem solving. Dat is natuurlijk het McKinsey ding. Hoe je goed communiceert. Hoe je een stuk schrijft. Hoe je van die basic skills. Maar vooral ook hoe je in een team leidt. Ik heb er ontzettend veel van geleerd. Het is heel analytisch ook McKinsey. Dat is natuurlijk ons huidige vak ook. Snel tot de kern doordringen. Je kunt niet alles weten. Weten waar je mensen erbij moet halen. Dat is ontzettend leuk. Maar het verschil vind ik wel. Hier zit je echt zelf aan de knoppen. Want je hebt natuurlijk een fonds wat je investeert. En we investeren er zelf ook in. Je bent langer betrokken bij bedrijven. Dat succes zie je direct terug

in het rendement wat je als fonds maakt. En dat is iets anders dan advies geven. En dat uiteindelijk triggerde me toch om naar dat hele kleine LSP wat dat toen was, om daar naartoe over te stappen.

Henk Jan Out

Die mogelijkheid die bood zich aan? Of je werd gevraagd om in die wereld een investering te gaan doen?

René Kuijten

Ja, op een gegeven moment had ik wel van: wil ik de rest van mijn leven adviseur blijven? Want het is toch hoe je in het went of verkeerd danst je een beetje naar de pijpen van de CEO van het bedrijf waar je dan op dat moment een opdracht voor doet. En deze wereld leek me heel erg leuk. En ja, LSP was eigenlijk net gestart. Dus dat was ook een soort toevallige match door een collega van McKinsey die LSP kende.

Henk Jan Out

Het was echt een Nederlands bedrijf hè, LSP, of niet?

René Kuijten

Ja, dat is een Nederlands bedrijf. In Nederland gestart, in Amsterdam gestart.

Henk Jan Out

En dat is goed bevallen.

René Kuijten

Dat is enorm goed bevallen. Ja, superleuk.

Henk Jan Out

Wat is er zo leuk aan investeren?

René Kuijten

Nou, de innovatie. Dat vind ik nog steeds het allerleukste. Dat je echt bezig bent met de nieuwste dingen. Vooruitlopend op alles. Dat je iets doet voor de zieke medemens. Dat is natuurlijk mijn drijfveer altijd geweest om geneeskunde te studeren. En dat zit er nog steeds in. En dat vind ik ontzettend leuk om te doen. Het is een relatief klein team. We zijn heel ondernemend. Dus je kunt snel schakelen. Dat vind ik ontzettend leuk. En ik vind het ook leuk dat je relatief kort, ja, weet je, meeste investeringen zitten we vijf, zes jaar in. Dus echt korte termijn kun je dat ook weer niet noemen. Maar je ziet echt ook resultaat van wat je doet. Het is een soort van scoren. Je investeert en je brengt het verder. Een geneesmiddel doet het goed. Het gaat naar de patiënt. Dus het heeft een bepaalde dynamiek die ik ontzettend leuk vind. Veel leuker dan besturen of adviseren.

Henk Jan Out

En hoe die succesverhalen zijn, vaker, frequenter dan de failures?

René Kuijten

Jazeker, ja. Want ik al zei, 10 tot 20 procent gaat niet goed. En de rest gaat medium goed of heel erg goed. En het schaken op verschillende borden is heel leuk. Dat je met verschillende bedrijven bezig bent. En ondertussen ons team aan het opbouwen. Want we hebben natuurlijk zelf LSP opgebouwd van heel klein naar de grootste.

Henk Jan Out

En wat kenmerkt de succesvolle start-up? Wanneer, je investeert daarin, maar wat zijn nou echt de start-ups die echt het verschil maken?

René Kuijten

Nou ja, dat zijn eigenlijk, daar val ik wel weer terug op de dingen die ik net zei. Dat is natuurlijk de hele goede wetenschap, goed team. Uiteindelijk is het een start-up die de plannen die ze hebben aan het begin goed afleveren. De milestones, zoals ze dat zo mooi noemen. Dat kun je ook van tevoren vaak niet helemaal inzien. Maar het is de wetenschappelijke doorbraak die eigenlijk ons het meeste plezier brengt.

Henk Jan Out

Je bent heel succesvol gebleken bij LSP en nu met EQT. Waarom ben je daar zo goed in? Is er iets waarvan je zegt daarom ben ik hier succesvol in gebleken?

René Kuijten

Dat moet je denk ik aan andere mensen vragen.

Henk Jan Out

Je hebt vast ook wel een idee…

René Kuijten

Nou, ik denk dat in basic skills dat ik natuurlijk zowel de geneeskunde kant als de business development kant had gezien. Bij McKinsey heb ik geleerd hoe je in een team werkt. Ik vind dat vak van op verschillende borden schaken, innovatie, scoren, vind ik ontzettend leuk. Eigenlijk is de stap van McKinsey naar LSP achteraf gezien de grootste stap geweest, want McKinsey kwam eigenlijk een beetje zo in een gespreid bedje en toen ging naar een hele kleine start-up. LSP was een hele kleine start-up, dus dat had best wel een risico, maar ik denk dat dat ondernemerschap, klimaat vind ik ontzettend leuk. En ik denk ook, eigenlijk is het aller belangrijkste de collega’s waarmee ik dit heb opgezet, dat is een ongelooflijk hecht team altijd geweest. Heel verschillend, we zijn allemaal heel verschillend, maar wel daardoor ook elkaar vertrouwend en elkaar respecterend.

Henk Jan Out

Verschillend in de zin ook in de achtergrond?

René Kuijten

In de achtergrond, maar ook in karakter. Ja, het zijn echt vier keer verschillend DNA. En zo zijn we ook doorgegaan. We hebben altijd hele verschillende mensen aangenomen, zodat we juist een diverse groep hebben. We waren ook een van de eerste die heel veel vrouwen in de senior rollen had. En daar hebben we eigenlijk niet zozeer op gelet maar dat is dat ging gewoon omdat we, ja graag andere gedachten wilde in het team

Henk Jan Out

Zijn er nou nog terreinen in de waarvan je eigenlijk vind dat venture capital daar veel meer in zou moeten investeren?  Zijn er verwaarloosde gebieden?

René Kuijten

Nou, dat denk ik niet…

Henk Jan Out

Je hoort ons het verhaal dat er eigenlijk, dat men eigenlijk alleen maar geïnteresseerd lijkt te zijn in de oncologie omdat je daar natuurlijk een grote medische behoefte aan maar ook goede prijzen kunt krijgen voor de producten. Maar dingen als de Central Nerve System, CNS-ziektes, dat lijkt altijd een beetje een verwaarloosd geheel, ook bij Big Pharma.

René Kuijten

Ja, dat is inderdaad enorm verwaarloosd terrein. Het hele gebied van dementie, Alzheimer, maar ook Parkinson weet je, de hele neurodegeneration, zoals dat zo mooi heet. Dus wij zijn een aantal jaar geleden ook begonnen met een fonds dat zich focust op dementie. In 2020 of iets dergelijks. Dat is een hele toevallige gang van zaken, want wij werkten veel met Philips Scheltens voor een van onze bedrijven. En hij is Alzheimerhoogleraar. En ik kwam op een gegeven moment op de gang tegen. En toen vertelde hij dat er zoveel ontwikkeling was in dementie. En toen zei ik bij wijze van grap: goh, misschien moeten we wel een fonds starten. En de volgende dag kreeg ik een e-mail: goh René, wat je op de gang zei, was dat een grapje? Of meende je dat serieus? En toen zijn we erover gaan nadenken. Eigenlijk, ja weet je, dementie is zo’n ontwikkeling. Maar er zijn zo weinig venture capitalists die daar naar kijken. Omdat het een ingewikkeld terrein is. Men heeft die expertise nog niet. Men gaat liever naar, wat je zegt, naar de gebieden die al verkend zijn. Dus hebben we gezegd, als wij nou een dedicated team opzetten wat alleen maar zich richt op neurodegeneration, op dementie. Met mensen die daar alles van weten. Hebben we dan misschien een kans om die sector ook vooruit te helpen? Nou, dat hebben we gedaan. We zeiden, we moeten minimaal 100 miljoen ophalen. Maar we haalden 275 miljoen op. Dat is een gigantisch succes. Ook met veel farmapartijen die instapten. Want die allemaal zien dat die start-ups in dementie die zijn er niet voldoende. Dus dat hebben we gedaan. En dat is ontzettend leuk om te doen. Dus dat is eigenlijk ook een soort van innovatie in de sector. En dat is ook wat ik zo leuk vind om te doen. Dat je dan bedenkt: we zijn nu op het punt niet om een innovatief bedrijf te starten, maar om een heel innovatief fonds te starten. We zijn eigenlijk de enige in de wereld. Die in die fase, dus in de venture capital fase, dementiebedrijven fund. En het leuke is ook dat heel veel andere… We investeren altijd samen met anderen, in syndicaat. Dus als wij nu een dementiebedrijf zien en dat goed vinden dan volgen heel veel anderen. Dus we hebben weleens uitgekend dat zeven keer onze euro gaat nu het veld in. Dus zeven keer die 275 miljoen euro, nou reken maar uit. Dus dat is een best wel groot bedrag. Dus daar hebben we echt een enorme impact mee.

Henk Jan Out

Dus dan is het inderdaad niet alleen rendement gedreven maar ook, je kijkt ook naar het werk waar behoefte aan is en investeert daarin.

René Kuijten

Ja, ik denk ook wel… Kijk, wij zagen echt ook wel heel erg dat er steeds meer dingen in Alzheimer werden goedgekeurd. Er zijn ook heel veel deals al gedaan voordat het überhaupt op de markt komt. Er was echt een grote economische kans. Maar die kun je alleen maar pakken als je het veld heel goed kent. Dus die combinatie, dat was echt wel het… Maar je hebt zeker gelijk. Het extra leuke is dat het een veld is wat wij nu helpen ontwikkelen. En daar zit zeker die impact factor bij. En wat we dus doen in het ecosysteem in Nederland. Zoals het opzetten van het Oncode Instituut. Dat is allemaal pro bono. Dus dat doen we ook gewoon omdat we vinden dat het veld zich moet ontwikkelen.

Henk Jan Out

Je bent ongetwijfeld een heel druk bezet mens. Maar heb je ook nog hobby’s? Tijd voor andere dingen?

René Kuijten

Oh ja, heel veel. Ik sport regelmatig. Ik heb de Wijzenzee geschaatst met mijn zoon. Heel hard geoefend. Hij heeft de 200 gehaald, ik de 150. Dus ik zal bescheiden blijven. Dat was een heel slecht eis, is mijn excuus. Maar dat vind ik ontzettend leuk. Ik lees heel veel. Ik heb ook veel nevenactiviteiten nog. Ik ben jarenlang in het bestuur van de stichting Steun Emma. Het Emma Kinderziekenhuis. Ik begeleid een studentenvereniging waar ik vroeger lid ben geweest. Dat vind ik ontzettend leuk om te doen. Dus het werken met jonge mensen, dat doe ik ook heel veel. Dus genoeg op de agenda.

Henk Jan Out

Mooi. René Kuijten, hartstikke bedankt dat je hier bent gekomen. En bedankt voor dit leuke gesprek.

René Kuijten

Dankjewel. Hartstikke goed.

Henk Jan Out

En u, waar u ook bent, bedankt voor het luisteren. En tot de volgende keer.

Dit was Leaders in Life Sciences, dankjewel voor het luisteren. Vond je iets van deze aflevering? Wij ontvangen graag jouw feedback. Wat houdt bijvoorbeeld jou bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of een Google review of stuur een berichtje via social media of natuurlijk gewoon per mail. Onze waardering is groot. Tot slot, nog dank aan onze partners. Dat zijn Pivot Park, Pedersen & Partners en Johnson & Johnson.

Recente reacties