Dit is Leaders in Life Sciences, een podcast waarin we op zoek gaan naar het verhaal achter de mens. We praten met leiders van nu en later over wat hun drijft, hun carrière en privéleven. Want door naar elkaar te luisteren komen we als individu en als sector verder. We willen onze partners hartelijk bedanken voor hun steun, dat zijn Pivot Park, Pedersen & Partners, Johnson & Johnson The Netherlands, Axon Lawyers en Scribes fiscalisten. Te gast in deze aflevering, Eelco Ebbers. Uw host is Henk Jan Out.
Henk Jan Out: Beste mensen, welkom bij weer een nieuwe aflevering van onze podcast Leaders in Life Sciences. Onze gast van vandaag groeide op in een ondernemersfamilie. Zijn vader had een bouwbedrijf. Hij volgde een hbo-laboratoriumopleiding en behaalde daarna een master in de organische chemie aan de Radboud Universiteit, waar hij ook promoveerde. Al snel zag hij als academicus de mogelijkheden van samenwerking met het bedrijfsleven en hij begon in 1997 samen met zijn collega Frank Leemhuis een bedrijf genaamd Mercachem. Ze gaven bedrijven de mogelijkheid om in een academisch lab allerlei chemisch onderzoek te doen en als zodanig vonden ze een gat in de markt. Het bedrijf groeide al snel en na een fusie met Syncom in 2017 en diverse overnames daarna, ontstond – na een rebranding in 2020 – Symeres. Dit is een contract research organisatie die al het noodzakelijke, niet-klinische R&D-werk voor farmaceutische- en biotechbedrijven kan uitvoeren. En alsof dat nog niet genoeg was volgden al snel nieuwe overnames. Waaronder onlangs het bedrijf Oncolines hier gevestigd in het Pivot Park in Oss. Inmiddels is Symeres een multinational met acht vestigingen in Nederland, de Verenigde Staten, Finland en Tsjechië. En met meer dan 600 wetenschappers in dienst. Een jongensdroom, zo lijkt het.
En we gaan erover praten met Eelco Ebbers, de CEO van Symeres. Eelco, van harte welkom. Leuk dat je hier bent. Ja, dit verhaal klinkt inderdaad wel een beetje als een jongensdroom. Ervaar je dat ook zo?
Eelco Ebbers: Het is absoluut een avontuur van, inderdaad de periode van ’97 of misschien daarvoor al vanaf de studie, tot op heden. Ik krijg best wel af en toe de vraag, echt wel een beetje op een lollige manier inderdaad, mensen die mij tegenkomen in de kroeg van: “Nou, daar zou je eens een keer een boek over moeten schrijven.” Want dit is echt absoluut, inderdaad, ja…. Ja, wie maakt dit mee?
Henk Jan Out: En ga je dat doen?
Eelco Ebbers: Nee, die heb ik niet op mijn lijstje staan. Maar het is af en toe wel goed om wel te reflecteren. En nogmaals, we gaan altijd heel snel hè… Die ontwikkelingen die wij hebben meegemaakt, die gaan in een dermate sneltreinvaart dat je af en toe ook helemaal niet de tijd hebt om daarbij stil te staan. Maar dat is af en toe best wel goed om dat te reflecteren. En dat doen we uiteraard wel op gezette tijden, maar…
Henk Jan Out: Want toen je er begon in 1997 had je dit waarschijnlijk niet voor ogen, of wel?
Eelco Ebbers: Nee, absoluut niet. Dus dit, en ook het oorspronkelijke businessplan die wij hadden…. We hebben jarenlang, zeg maar, voor alle nieuwe medewerkers die binnenkwamen in Nijmegen – toen we nog alleen in Nijmegen zaten – pakten wij dat originele businessplan van ‘96, ‘97 van stal om ook een beetje de doelstelling te beschrijven. Maar ook het businessplan an sich, wat eigenlijk na een half jaar al was achterhaald. Dus die businessplan wat destijds werd geschreven door Frank en door mij, ja, die werd eigenlijk direct ook achterhaald door: een, door de resultaten, maar ook door alle veranderingen in de markt die daarop volgden. Dus ik denk dat een beetje de rode draad is waar we vandaag nog steeds mee te maken hebben. Is dat de veranderingen die er zijn geweest in de afgelopen 25 jaar, of iets meer, ja, dat is een beetje de rode draad ook van de ontwikkeling van het bedrijf. Het inspelen op dat soort ontwikkelingen is ook denk ik in mede het succes van het bedrijf; dat we in staat zijn geweest om daar volledig op in te spelen.
Henk Jan Out: Want ja, om helemaal bij het begin te beginnen: je volgde aanvankelijk een hbo laboratoriumopleiding en daarna ben je organische chemie gaan doen en ook in gepromoveerd.Waarom via een hbo opleiding? Wist je niet… Hoe ging dat toen?
Eelco Ebbers: Nou, dat gaat eigenlijk naar de periode daarvoor. Ik deed een atheneumopleiding.Ik was niet zo heel goed in natuurkunde, of, althans: de interesse voor het vak en voor de leraar destijds, dat was niet de drijfveer om dat te doen. Dus ik wilde daarna wel heel graag; ik had de keuze geografie, scheikunde, maar geografie viel al snel af en toen ik eigenlijk richting scheikunde ging en ik wilde naar de universiteit – daar had ik natuurkunde voor nodig.En dat was eigenlijk de reden om eerst via een programma aan het hbo, destijds in Enschede, in een verkort programma eigenlijk in één jaar dat hele natuurkunde bij te werken. En vervolgens dan door te stromen. Daar werd mij geadviseerd: nou, wellicht is het handig om gewoon eerst de hbo-opleiding te doen. En toen begonnen net verkorte programma’s aan de universiteit om te kunnen doorstromen vanuit hbo naar universiteit, en pak nou maar een jaar echt ook praktijk ervaring. En die heb ik hier inderdaad, wat nu het Pivot Park is maar destijds het Organon, daar heb ik een jaar destijds ook rondgelopen als een trainee. En pak dat maar. En dat is een stuk ervaring die heel goed is voor je voor je eigen ontwikkeling. En dat is een beetje dat proces inderdaad waarom het niet direct universiteit is geweest, maar eigenlijk via een omweg.
Henk Jan Out: Ja. Maar de liefde voor de chemie die zat er zat hij er echt helemaal van het begin ervaring al helemaal in, of was het een beetje noodzakelijke keuze?
Eelco Ebbers: Nou, ik denk voor scheikunde – heel veel mensen zullen dat herkennen – op middelbare school, dat en hoe je met moleculen, hoe je daar naar kijkt en of je dat begrijpt hoe dat werkt. Ja, ik zeg altijd dat is geen grijs gebied: dat begrijp je of dat begrijp je niet. Hoe dat ook je hoe je dat visueel kunt kunt voorstellen en hoe je daar zeg maar de de leerstof tot je kunt nemen. En dat heb ik altijd gehad. Dus het werken met met met scheikunde, met moleculen; dat dat heb ik vanaf de middelbare school gehad. En dat is er nog steeds en dat was altijd wel een van mijn lievelingsvakken.
Henk Jan Out: En dat is eigenlijk dus chemie gaan studeren, daar ook in gaan promoveren. Dus je had de wetenschappelijke honger die was er wel anders was je er niet in gepromoveerd.
Eelco Ebbers: Ja zeker.
Henk Jan Out: Maar, wat ik al in de inleiding zei, al snel zag je mogelijkheden om wat verder te kijken dan uitsluitende wetenschap…
Eelco Ebbers: Ja, dat klopt. En aan de universiteit toen ik daar ook met mijn promotie bezig was daar dan zag je – in dit specifieke geval in Nijmegen – de prof. waar ik zat op die afdeling die had zelf ook nog een andere afdeling inderdaad die wat onderzoekswerk deed voor derde partijen. En werd mijn naam ook gebruikt inderdaad om inkomsten weer te genereren voor fundamenteel onderzoek. Dus het was eigenlijk een soort, ja, inkomstenbron, naast de overheid. En daar daar waren ze best succesvol mee – daar werkte een man of drie, vier. Maar met een hele duidelijke doelstelling: dat het eigenlijk een een model had, inderdaad, zeg maar, om weer fundamenteel onderzoek mee te doen. En het idee wat daar begon, wat daar in de markt speelde dat de bedrijven op zoek waren naar kennis die ze zelf niet in huis hadden of bepaalde moleculen of stoffen wilden laten maken die niet commercieel verkrijgbaar waren, dat was een beetje het idee. En dat zou ik ook veel beter kunnen doen dan vanuit sec een academische instelling. En daar daar is toen het idee geboren dat: zou je daar niet een bedrijf echt omheen moeten bouwen inderdaad, die dat echt met met 100% of 200% aandacht gaat doen…
Henk Jan Out: Want het onderzoek werd gedaan door de prof. en die kreeg wat geld daarvoor binnen en daar kon hij weer ander wetenschappelijk onderzoek mee financieren?
Eelco Ebbers: Ja, exact. En dat was een beetje de periode dat… Ik liep daar in mijn laatste jaar ongeveer toen dat speelde van mijn promotiestudie. Toeval wilde inderdaad, zeg maar, dat ik een Frank Leemhuis die in diezelfde groep zat maar twee jaar daarvoor was gepromoveerd. Die kwam ik tegen en die had eigenlijk vanuit een ander oogpunt eigenlijk een beetje dezelfde ideeën. En dat kwam weer inderdaad… Hij werkte bij een bedrijf waar commerciële stoffencollecties werden verkocht. Daar werd ook vaak de vervolgvraag gesteld om vervolgonderzoek te doen of nalevering van stoffen die daar werden gemaakt op hele kleine schaal om daar meer materiaal van te maken. En dat deed dat bedrijf niet en dat was een beetje zijn idee op basis van die vragen inderdaad om ook een commercieel bedrijf in deze hoek te beginnen. En op het 25-jarig jubileum van de prof. kwamen we elkaar tegen en onder een biertje kwam dit gesprek tot stand dat we eigenlijk hetzelfde ideeën hadden vanuit een ander oogpunt om een bedrijf te starten in deze hoek. En dat was het moment dat wij eigenlijk hebben gezegd: nou, laten we samen een businessplan schrijven en dat heeft destijds in ‘97 geleid tot de start van Mercachem.
Henk Jan Out: En dat mocht je allemaal doen in de universiteit?
Eelco Ebbers: Ja, en dat was een beetje de periode dat het woord valorisatie nog niet was uitgevonden. Wat tegenwoordig heel gebruikelijk is om vanuit een academische setting op de universiteit iets te kunnen beginnen…
Henk Jan Out Je werd misschien ook wel een beetje met wantrouwen naar gekeken toen de tijd of niet?
Eelco Ebbers: Nou, ik moet eerlijk zeggen: de prof. waar wij voor werkten die heeft heel veel mogelijk gemaakt – professor Zwanenburg destijds inderdaad – om binnen die muren van de universiteit dit mogelijk te maken. Dus we konden in de universiteit, met behulp van zijn netwerk, een lab huren. En dat was de periode dat de studenten aantallen naar beneden liepen, dus daar was ook ruimte beschikbaar.En we konden op die manier ook toegang krijgen tot specifieke apparatuur waar wij destijds het geld niet voor hadden om die aan te schaffen, maar wel in een soort huurmodel toegang te krijgen tot apparatuur die wij nodig hadden. Dus dat is absoluut, ja, dat werd eigenlijk op een hele creatieve manier opgezet. En dat werkte prima. En onze doelstelling was wel al direct vanaf het begin inderdaad, dat we wel echt vol onafhankelijk van de universiteit wilden opereren. Juist, inderdaad, om ja die verschillende belangen weg te houden. En dat wij ons 100% konden concentreren inderdaad op het werk dat we deden voor de klanten.
Henk Jan Out: En kwam de universiteit dan wel met aanvullende eisen? Dat eventueel onderzoek wat leidt tot nieuwe Intellectual Property (IP), dat dat, eigenaar… dat dat van de universiteit was?
Eelco Ebbers: Nee. Het werk wat wij destijds deden, dat was een beetje de markt van destijds – en daar komen we daar nog wel meer over te spreken. De markt destijds was, in de periode dat alle farma bedrijven – of nou midsize farma of de groot size farma was – in die periode had je nog in Nederland, bij wijze van spreken Solvay Pharmaceutical en Organon bestond nog in die originele setting. Al dat werk werd eigenlijk van begin tot eind, die IP, werd daar ontwikkeld. En de services, chemische services, die wij verleenden, was met name toen gericht op alles wat een non-IP was. Dus dat betekende eigenlijk, die bedrijven waren heel erg bang om die enigszins IP-ontwikkeling buiten de deur te doen. Maar alles wat daar buiten viel, grondstoffen of bepaalde materialen die in de projecten werden gebruikt maar waar niet de finale moleculen werden gemaakt, daar werd de markt gestart inderdaad. En dat was ons businessmodel. Dus we hadden niet zozeer te maken met IP.
Uiteraard, alles werd ook toen aan de voorkant afgesloten met de uitvindingen die wij eventueel zouden doen; dat begint met een contractuele overeenkomst dat die uitvindingen uiteraard voor de bedrijven en voor de klanten zouden zijn. Dus we hebben nooit in die fase echt een discussie gehad met de universiteit dat wij iets van IP hebben, ook nooit. We hebben nooit een IP van de universiteit gebruikt of iets dergelijks. Het was gewoon kennis die beschikbaar was publiekelijk waar wij ons werk mee deden.
Henk Jan Out: Dus dat was eigenlijk vrij generiek werk, mag ik dat zo zeggen?
Eelco Ebbers: Nou ja, het chemische proces, het maken van moleculen, dat is eigenlijk nog steeds zo. Er zit heel veel IP-kennis rond biologische targets of moleculen, maar het proces an sich om hoe je moleculen maakt, die is eigenlijk nog identiek aan jaren geleden. Dus je hebt nog steeds de technieken hoe je moleculen opbouwt. Dus dat is vrij algemene kennis.
En vaak zit de IP-kennis in het eindproduct. En ook op de combinatie met de biologische manier van hoe een molecuul dan werkt in je lichaam voor een specifieke therapeutisch gebied. En niet zo vaak, althans dat is niet helemaal waar, maar niet zozeer om het proces hoe je iets maakt. Dat komt vaak veel later in de track pas aan de orde.
Henk Jan Out: Maar goed, je hebt dus gekozen voor dat soort werk. Werk in opdracht van anderen. Je was net gepromoveerd. Je had geen ambities om verder een wetenschappelijke carrière na te jagen?
Eelco Ebbers: Nee, ik had zoiets niet….
Henk Jan Out: Om leraar te worden in de chemie of iets dergelijks?
Eelco Ebbers: Nee, ik heb nooit de ambitie gehad inderdaad. Je hebt vaak als gepromoveerde vaak de keuze inderdaad: ambieer je echt een wetenschappelijke carrière, of ga je meer naar projectmatig onderzoek in de industrie of gerelateerd daaraan. Dus ik heb altijd daar wel voor gekozen en ik heb ook altijd wel beschouwd: ja, ik was wel goed in mijn chemie en mijn scheikunde, maar ik beschouw mezelf toch ook meer als een generalist die ook zeer geïnteresseerd is in alles wat er aan bij komt kijken. In dit geval bij een bedrijf – rond commissie, rond financiën, rond operaties – dus alles wat daarbij komt kijken.
Henk Jan Out: Daar ben ik natuurlijk ook wel toe gedwongen. Want je hebt toen Mercachem opgericht. En dan moet je opeens een bedrijf gaan leiden, want dat groeide ook al snel. Er kwamen mensen bij en dan moet je dat gaan managen. En dat vond je allemaal wel leuk om te doen?
Eelco Ebbers: Ja, ik denk dat dat juist ook de uitdaging is en ik ben in die context ook meer een bouwer,iemand die ontwikkelt dan die iets gaat optimaliseren of sec gaat managen in één klein stuk. Dus wat denk ik ons sterk maakt, is juist dat we blijven ontwikkelen. En dat is ook iets waar ik zelf wel leuk vind en dat je iets bezig bent en dat uitbouwt en vervolgens inderdaad kom je in bepaalde fases. In plaats van dat je…Nou, we hebben het werk op het lab gedaan, we hebben als projectmanager geopereerd voor klanten, vervolgens ga je operationele zaken toevoegen, doe je financiën… Doe je IT. Alles komt daarbij kijken.
Henk Jan Out: Heb je dat echt allemaal door schade en schande wijsgeworden? Of heb je daar een opleiding voor gedaan? Heb je een MBA gedaan of zo?
Eelco Ebbers: Ik heb geen MBA gedaan. Uiteraard hebben we links en rechts wel cursussen gevolgd. En… Maar het is echt on-the-job leaning geweest. En we hebben wel op een gegeven moment mensen erbij gehaald die ons konden helpen als een soort klankbord. En we hebben jarenlang in Nijmegen met – eerst als adviseur, maar later ook als commissaris –
met iemand gehad die uit de bancaire wereld kwam. Met überhaupt geen enkele connectie met de wetenschap. Maar die wel heel snel een klankbord voor ons was om bepaalde problemen, zeg maar, te analyseren om beslissingen te nemen hoe verder te gaan. Dus dat waren mensen met veel ervaring uit het bedrijfsleven, of andere businesses. Maar die wel ons adviseerden en waar wij cruciale onderwerpen mee konden bespreken. Inderdaad bijvoorbeeld over groei, over faciliteiten. Een nieuw gebouw zetten, doe je dat zelf? Ga je dat huren? Al dat soort facetten.
Henk Jan Out: En aan opdrachten had je geen gebrek?
Eelco Ebbers: Nee, de opdrachten… Dus dat is denk ik de rode draad wel geweest. Zeker ook in die beginfase, dus de groei de eerste jaren… Dat was vaak meer dan 200%, 300%, 400%.
Zeker in die fase dat je klein bent, gaat dat heel hard.
Henk Jan Out: Maar goed, je had dus op dat moment ook wel de behoefte om te gaan groeien. Dan kun je ook zeggen van: dit zijn we en we nemen een aantal nieuwe opdrachten niet aan omdat we gewoon te klein te zijn. Dus je wilde wel steeds groter worden.
Eelco Ebbers: Ja, dat is een beetje een natuurlijk proces wat je soms ook niet 100% zelf helemaal onder controle hebt. En zeker niet in die eerste jaren, inderdaad, waar je kijkt… Ja,
je ontwikkelt en je kijkt welke richting het opgaat. En op een bepaalde manier heb je de markt niet onder controle en moet je ook wel bepaalde beslissingen nemen. En het werd vrij duidelijk, snel, toen wij heel klein begonnen dat die markt zich ontwikkelde en er ook concurrenten op de markt kwamen en wij wel de ambitie hadden – wilden wij echt een speler worden die ook continuïteit kon bieden – dat je wel een soort kritische massa moest gaan krijgen om ook grotere projecten aan te nemen. Dus klanten die zijn natuurlijk,
en wij wilden dat zelf ook niet, wij wilden nooit meer dan 20% voor één klant werken vanwege de risico’s. En dat betekent ook inderdaadm dat je zelf een bepaalde groei moet doormaken, zeg maar, om een goede risicobeheersing te doen van hoe stabiel je bedrijf wordt.
Henk Jan Out: En je kon alles financieren met de opdrachten die je kreeg of had je op een gegeven moment ook externe financierders nodig?
Eelco Ebbers: Zeker de eerste jaren; we zijn heel klassiek begonnen met een bancaire financiering destijds in ‘97. En dat was op zich wel grappig: wij wonnen destijds ookeen ondernemersprijs voor het businessplan en vervolgens gingen wij naar drie banken in Nederland – naar de drie meest bekende banken – en we konden overal de financiering ophalen. En het meest gehoorde argument was: nou, die jongens zijn goed opgeleid, ze zijn jong en ze hebben hun hele leven nog om het terug te betalen. Dat was het reden van het vertrouwen. En uiteraard hadden ze vertrouwen in het businessplan. Maar dat was op zich wel grappig om te horen.Hoe men keek naar ons als, destijds, de broekies in de markt en met de opleiding die we hadden.
Henk Jan Out: Maar je bent op een gegeven moment gaan fuseren met z’n Syncom.
Eelco Ebbers: Nou ja, om het verhaal wat je zei… Elk dubbeltje wat wij verdienden werd weer terug gestopt in het bedrijf. Dus het is een hele, vrij klassieke manier inderdaad om de groei mogelijk te maken.De eerste financiering kwam eigenlijk aan de orde toen wij te groot waren voor de universiteit en wij moesten gaan kijken naar een eigen gebouw. En daar kwam eigenlijk de eerste financiering om de hoek kijken inderdaad. Om ook wat grotere financieringen – n dat was ook nog bancair destijds – om dat op te tuigen. Pas later inderdaad toen wij die marktontwikkelingen – en dan maak ik een beetje een sprong richting 2015, 16 17, die periode – zag je de markt nog verder ontwikkelen. Waarbij het steeds duidelijker werd, inderdaad: met deze business van contract research bedrijven die heel erg professioneel werd; blijf je een niche speler die heel goed is in een klein gebied van dat van die chemische services?Of ga je ook een veel breder palet aan services bieden? Inderdaad wat wij noemen integrate services, dus echt een combinatie van services van bijvoorbeeld chemie en biologie.
Henk Jan Out: Maar goed, sorry dat ik je onderbreek, maar daar heb je het al over een periode nadat jullie met Syncom zijn gefuseerd. Want dat was in 2017.
Eelco Ebbers: Ja, zeker.
Henk Jan Out: En wat was de overweging om een fusie te gaan doen met een ander bedrijf? Ook vanuit die ambitie om te groeien om meer services aan te gaan bieden?
Eelco Ebbers: Dat werd eigenlijk het proces destijds hoe dat is gelopen: wij wilden zelf – wat ik net schetste inderdaad – de volgende stap maken in die ontwikkeling van het bedrijf, en dan praat ik nog over Mercachem.Om ook een breder palet aan services te kunnen aanbieden, om een stap te maken naar een groter bedrijf met een breder palet aan services om die klanten beter te kunnen bedienen. En dat was een bewuste keuze inderdaad, in plaats van echt een niche spelen te blijven. En daarvoor had je de keus: gaan we dat zelf financieren? Trekken we daar externe financiers voor aan? En wat hebben we daarvoor nodig?En toen werd de keuze gemaakt, inderdaad, om daar externe financiers bij aan te trekken om die stappen ook snel te kunnen maken. En met die eerste stap bleek dat de partij die toen aan boord kwam, Gilde Healthcare als investeerder, die waren ook een gelijktijdig proces met Syncom bezig. Dus toen dat proces in de finale fase kwam, werd de eerste stap geïnitieerd door die investeerder inderdaad om de twee grotere spelers in Europa – dus Syncom en Mercachem destijds waren twee grotere Europese spelers -om gelijk al een enorme stap te maken naar een grotere, kritische massa van een chemisch services bedrijf.
Henk Jan Out: En vat nog eens in een paar zinnen samen wat jullie primaire proces was. Wat deden jullie precies?
Eelco Ebbers: In die fase waar we ooit mee begonnen was echt stukken wat wij noemen synthese chemie. Dat betekent eigenlijk dat je stoffen en nieuwe moleculen maakt in het laboratorium.Vervolgens, met die ontwikkeling, zijn we ook een breder proces… En misschien moet ik het even wat algemener vertellen inderdaad… Als je kijkt naar ontwikkeling, wat wij met name doen, is ontwikkelen voor medicijnen. Dat is 90% van ons werk. En het ontwikkelen van een nieuw medicijn, van een actief medicijn. Het stofje wat daarin zit.Dat duurt gemiddeld 10, 12 jaar. Daar heb je twee fases in: de klinische fase – die heel vaak in de publiciteit is inderdaad, van klinische onderzoeken, dat zit vaak naar jaar 6, 7 – en preklinische fase; dat betekent eigenlijk al het werk wat in de laboratoria nog gebeurt. En wat wij doen is voor klanten, als zij in onderzoek starten naar bijvoorbeeld een therapeutisch gebied als oncologie en zij zijn op zoek naar een nieuw medicijn, dan maken wij die nieuwe moleculen voor die klanten. En in preklinische fase, wat wij dan doen is in de laboratoria, wij maken die stof van echt op het laboratorium.Vervolgens kunnen we die ook op grotere schaal maken. Dan zit je in een stuk procesoptimalisatie, al richting de klinische studies waar je grotere hoeveelheden nodig hebt. En onder bepaalde regime kunt maken zodat het ook in de kliniek gaat. Dus die processen ontwikkelen wij daar. Kunnen ook die producten dan op grotere schaal maken. Dan moet je denken aan 1 tot 10 kilogrammen.
En vervolgens wat we dan ook nog doen is – behalve de actieve ingrediënten zoals we dat noemen, echt dat stofje wat in die pil zit – kunnen we het ook nog in een tablet maken. Dus ook dat is een heel proces aan zich inderdaad, dat noemen ze een formulering eigenlijk, om het in een tablet te krijgen. Dat doen wij onder andere ook voor klanten. En aan de voorkant zijn wij ook later het hele ontwikkelproces, ht hele design van moleculen – dus van de tekentafel inderdaad hoe je moleculen eigenlijk ontwikkelt, op papier of uiteraard digitaal tegenwoordig – hoe je die ook dan vertaalt weer naar het maken van dat daadwerkelijke stofje. Het testen van dat soort moleculen in allerlei biologische processen. Op cellen bijvoorbeeld. En vervolgens is dat een soort iteratief proces die constant doorgaat om te optimaliseren. Want uiteindelijk gaat het niet altijd om het actieve medicijn.
Henk Jan Out: En dat zijn dingen die grote farmaceuten natuurlijk allemaal zelf kunnen, toch?
Eelco Ebbers: Dat deden zij in die vroege fase allemaal zelf. Maar in die fase van contract research bedrijven zie je nu dat de hele ontwikkeling van medicijnen bij bedrijven zoals Symeres plaatsvindt. Of bij biotech bedrijven die je hier op het Pivotpark ook voldoende hebt. Daar vindt eigenlijk de ontwikkeling plaats. En pas als een product in klinische fase 2 of iets dergelijks zit, zie je pas de grote farmabedrijven tegenwoordig instappen op producten of projecten die al verder zijn ontwikkeld. Dus de hele fase van dat alles werd gedaan door big farmabedrijven, dat is eigenlijk tegenwoordig niet meer aan de orde.
Henk Jan Out: Waarom is dat eigenlijk? Waarom doen ze dat niet meer? Is dat gewoon een geld kwestie?
Eelco Ebbers: Dat is een geld kwestie. Dat is een kwestie inderdaad om risicospreiding te doen, natuurlijk. Want het proces om een succesvolle medicijn te maken is enorm groot. En gemiddeld zijn die kosten tussen 1 en 2 miljard. En wat farmabedrijven doen is juist dat risico zo laag mogelijk te houden.
Henk Jan Out: Maar het risico wordt niet kleiner als je het uitbesteedt?
Eelco Ebbers: Niet, maar zij kunnen wel snel schakelen. Bijvoorbeeld inderdaad als een project niet succesvol is. En dat betekent gewoon inderdaad – dat is ook een risico wat wij vaak hebben met klanten – een project kan binnen een maand stoppen. En dat kan zijn inderdaad dat je 10, 20 mensen op een project hebt zitten die over 3 maanden stopt. En dat is het proces waar wij op inspelen.
Henk Jan Out: Dus vooral voor de grote farmaceuten. Die hebben een hoop mensen, die hoeven nog niet zoveel mensen zelf in dienst te hebben, maar die kunnen dat allemaal, dat risico in ieder geval…
Eelco Ebbers: Dat is operationeel. Dat is één. En twee; wat je wel ziet is dat als je je specifiek richt op één fase, dat je dan ook veel beter bent in dat proces. En ik durf wel te beweren dat wij minstens zo goed, zo niet beter zijn in het werk wat wij doen wat vroeger bij de farmabedrijven werden gedaan. Anders zouden wij dat ook niet doen. Dus kwalitatief, door te focussen op een bepaald gebied, kun je je daar ook echt op ontwikkelen.
Henk Jan Out: Je kunt het eigenlijk beter dan Big Pharma zeg maar?
Eelco Ebbers: Je kunt het eigenlijk beter dan Big Pharma.
Henk Jan Out: En ik kan me inderdaad goed voorstellen bij kleine bedrijven die juist beginnen. Die kunnen natuurlijk niet al die infrastructuur zelf opbouwen. Dus die hebben natuurlijk helemaal veel baat om het allemaal uit te besteden.
Eelco Ebbers Ja, zeker wat je nu ziet; dat de echte ontwikkeling en nieuwe ideeën worden gestart bij de biotechbedrijven, met financiering en vaak met een kleine groep mensen.Dan moet je denken, vijf tot tien mensen. En heel vaak geen enkel laboratorium zelf hebben maar alles projectmatig uitbesteden naar gespecialiseerde partijen. Daar doen wij heel veel werk voor. En dat is ook onze grootste markt.Dat is onze grootste markt waar wij voor werken, dat zijn de biotechbedrijven hier in Europa en Amerika die heel erg afhankelijk zijn van het IP-ontwikkeling wat wij doen.En dat is ook de ontwikkeling die, als je het vergelijkt met 25 jaar geleden, waar we niet allemaal non-IP projecten deden, tegenwoordig wat wij doen is 90% echte IP-ontwikkeling voor onze klanten.
Henk Jan Out: Want hoeveel klanten heb je? Hoe moet ik mij voorstellen?
Eelco Ebbers: Op een jaarlijkse basis denk ik dat wij tussen de 100-200 klanten, denk ik, actief werken. Het is een veel breder palet uiteraard. Maar waar we actief projecten voor doen, denk ik dat je ongeveer in die aantallen zit.
Henk Jan Out: Ja, als we even in de loop van de geschiedenis kijken: dus in 2018 kwam Giralix erbij, in 2019 weer een fusie met Alcabi, Admescope. Allemaal bedrijven, veel overnames, en in 2020 een rebranding in Symeres. Wat was de achterliggende gedachte daarbij?
Eelco Ebbers: Even specifiek, denk ik, om het even in tweeën te splitsen voor de overnames, wat wij qua strategie doen: wij komen echt uit de chemische services en onze doelstelling was, we wilden graag met onze eigen mensen ook de ontwikkeling doormaken van groei. Dus om al die mensen ook zelf de ontwikkeling door te laten maken en de kansen te bieden.
Maar juist, we wilden juist ook overnames doen inderdaad voor de stukken die we zelf niet hadden. Nou, Admescope is daar één voorbeeld van, een bedrijf in Finland die op de ADMEtox zitten. Dus die kijken echt naar de eigenschappen van moleculen. Dus die meer de biologische processen kijken, naar: hoe wordt een stof opgenomen in je lichaam? Hoe wordt het weer uitgezet? Gaat het weer uit je lichaam? Kijken ook naar toxiciteit bijvoorbeeld. Dat is wat zij doen. En Alcami was een Amerikaanse partij met een Nederlandse vestiging in Weert. Die met name op veel grotere schaal klinisch materiaal kon maken. Dus in een pilot plant onder strikte condities dan ook materiaal die uiteindelijk voor de mensen ingaat.
Dus dat was iets wat wij niet hadden. En dat waren de bewuste overnames. En in die periode na de, toen wij de fusie hadden met de Syncom… De naam destijds was MercachemSyncom… Nou, dat was niet echt een naam die wij in de markt, die het heel goed deed.
Henk Jan Out: Ligt niet echt lekker he?
Eelco Ebbers: Ligt niet echt lekker. Dus wij zijn toen naar een rebranding gedaan om ook echt een nieuw merk in de markt te zetten en dat werd uiteindelijk Symeres. En dat is echt meer een marketing en commercieel iets.
Henk Jan Out: Maar eigenlijk doen jullie dus alles wat niet klinisch is. Je coördineert niet echt dat klinisch onderzoek, maar alles, al dat labwerk wat daaraan voorafgaand of parallel daaraan verloopt, dat doen jullie?
Eelco Ebbers: Tegenwoordig doen wij, we gaan van de hele vroege fase van preklinisch, dus echt waar op basis van nieuwe vindingen op therapeutische gebieden of nieuwe targets, de allereerste fase doen we daar tot aan werk voor klinische fase 2. Dat betekent dat wij niet, we doen niet de klinische studies of de coördinatie van die studies op de patiënten. Maar wij doen wel het, wij prepareren en maken wel het materiaal wat de mens ingaat, of de diermodellen ingaat. Dus wij maken echt onder die condities inderdaad wel materiaal.
En tegenwoordig ook inclusief de tabletten of de capsules die worden gebruikt voor die fases. En de reden dat wij tot aan fase 2 gaan, is een beetje omdat daar onze klanten met name zitten. Wat ik straks al zei, is dat onze, met name de biotech klanten, die meestal zitten overgang tussen klinische fase 2 en 3. Dat vaak dit soort projecten of ook de biotech bedrijven worden overgenomen door groot pharma bedrijven. En ja, daar zie je vaak een overdracht van projecten. En wij richten ons met name dus op de klinische fase 2, of, tot 2. Maar dat wil niet zeggen, heel opportunistisch, we hebben op dit moment ook een aantal projecten lopen voor klanten die in fase 3 zitten. Dus als wij klanten hebben en wij…
Henk Jan Out: Maar voor het niet-klinische stuk daarvan?
Eelco Ebbers: Ja…
Henk Jan Out: Het labwerk wat niet met… Je coördineert niet die studies, je gaat niet langs onderzoekers….
Eelco Ebbers: Wij zetten niet de studies bij de patiënten op, nee, inderdaad. Dat zijn andere bedrijven.
Henk Jan Out Dus dat is de volgende overname, of niet?
Eelco Ebers: Nou, tot op heden niet. Dus wij willen ons met name richten, inderdaad, zeg maar, alles wat wij zeggen: de kleine moleculen. Dus wat je in een tablet of iets dergelijks krijgt. Dat is onze focus. Ik zeg nooit nooit, hè. Dus we doen nog geen vaccins, bijvoorbeeld. Maar we willen eigenlijk kijken naar: wat hebben we op dit moment en wat past daar goed bij. Dus er zijn een aantal elementen die nog denk ik voor ons heel nuttig zouden zijn. En daar richten wij ons meer op dan bijvoorbeeld deze klinische studies.
Henk Jan Out: Ja, want sinds Symeres ook weer een overname: Organix, Exemplify, recentelijk Oncolines. Jullie groeien wel heel erg snel; groeien jullie niet te snel? Kun je dat allemaal nog wel managen?
Eelco Ebbers: Dat blijft altijd de uitdaging. En ik ben het helemaal met je eens, inderdaad, soms ga je in een ontwikkeling van een bedrijf te snel. En die hebben wij ook in de eerste jaren wel gehad. Dat betekent vaak ook dat je weer fases hebt, inderdaad, dat je als organisatie je weer moet settelen of je opnieuw moet uitvinden, inderdaad. Hoe ga je nu op de beste manier samenwerken? Want daar ligt toch de kracht om de wetenschappelijke resultaten te behalen. Met de gezamenlijke kennis die er overal is. En dat is nu inderdaad de uitdaging. Dus af en toe gaat het snel. Maar ook dit; je hebt het niet altijd in de hand, inderdaad. Deze overnames kwamen binnen een jaar, bijna. Maar het waren alle drie partijen die heel erg goed pasten in onze filosofie. En dat betekent ook inderdaad – dan komt wel een beetje de ondernemersgeest kijken – als de kansen zich voordoen, dan moet je erop springen. En dan is het soms echt aanpassen weer, inderdaad, aan de situatie en heeft het heel veel uitdagingen. Maar maakt het ook weer interessant. Althans, ik vind dat interessant.
Henk Jan Out: We hebben het er net al over gehad; jouw werk als organisch chemicus hield op toen je zelf met een labje begon op de universiteit. Inmiddels meer dan 600 wetenschappers, twintig nationaliteiten, vijf landen waar jullie actief zijn. Dat is nogal wat. Ben je nu echt fulltime CEO en manager? Of, hoeveel bemoei je je nog met de inhoud?
Eelco Ebbers: Nee, niet meer met de inhoud. En dat is af en toe wel jammer, moet ik eerlijk zeggen. Want uiteindelijk ben je toch opgeleid als chemicus.ggg
Henk Jan Out: Je houdt de literatuur niet meer bij…
Eelco Ebbers: Ik houd mijn literatuur echt niet meer bij. En ik heb altijd wel gezegd, en dat was ook een beetje onze strategie samen ook met Frank: we kunnen het veel beter qua bedrijf organiseren als we mensen aannemen die veel beter zijn dan wij. En dat is ook altijd de strategie geweest om mensen juist binnen te halen die heel goed zijn in hun werk. En zeker in wetenschappelijk onderzoek. En daar moet je het echt van hebben. En daar moet je het rondomheen organiseren. En ik zeg weleens: “het managen of het leiden van een bedrijf in deze branche waar je echt innovatie doet en research doet, is best uitdagend.”
Omdat, met de groei moet je het operationeel steeds beter gaan inrichten. Dan heb je procedures en moet je manieren vinden om dat te doen.
Henk Jan Out: Maar denk je dat dit soort bedrijven het beste geleid kunnen worden door een wetenschapper of een ex-wetenschapper?
Eelco Ebbers: Ik denk het wel…
Henk Jan Out: Of heb je daar meer een business of een MBA-figuur voor nodig?
Eelco Ebbers: Nou, op een gegeven moment heb je beide nodig. Maar ik denk wel dat de kracht is dat we mensen nu in het management hebben zitten die echt vanuit de wetenschap komen en die weten inderdaad wat het vraagt voor een wetenschappelijke organisatie. En ik omschrijf ze weleens als creatieve mensen die ruimte nodig hebben om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Af en toe vergelijk ik ze wel eens met mensen die in bepaalde manieren, als kunstenaars. Want je hebt vrijheid nodig om je wetenschap te kunnen doen en met ideeën te kunnen komen. Want je bent constant bezig voor experimenten waarvan de helft meestal mislukt. En je moet dan constant maar uitvinden van hoe ga ik het laten werken en hoe kan ik dat voor elkaar krijgen. En daar heb je een bepaalde vrijheid voor nodig. En dat is een beetje de balans die je moet zoeken inderdaad voor een bedrijf als deze. Dat je het moet managen en in de balans heb je voldoende vrijheid in je organisatie om goed wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Projectmatig. Versus het runnen van een goede operatie. En dat is, af en toe botst dat.
Henk Jan Out: Maar hoeveel wetenschap doen jullie dan nog? Want uiteindelijk, je voert opdrachten uit in opdracht van je klanten. Ik neem aan dat je weet hoe je dat moet doen. Hoeveel wetenschap zit daar dan nog bij?Is dat niet veel operationeler dan wetenschappelijk?
Eelco Ebbers: Nee, ik durf denk ik wel te stellen dat mensen die bij ons werken, die echt in de projecten zitten, die doen 90% van hun tijd wetenschappelijk onderzoek. Dus, geen enkel project is identiek, elk project is nieuw. Elk molecuul die wij maken is weer nieuw. Dus je bent constant wel bezig om je kennis te vergroten. Maar dat kun je weer toepassen op andere projecten. Dus het is heel veel innovatie. Het is misschien wel bijna 100% innovatie wat wij doen. En dat maakt het ook zo leuk. Ik was deze week bij een aantal teams op bezoek en daar werden bijvoorbeeld twee projecten bespraken we waar een groep van 10, 20 mensen aan werkt inderdaad. Die nu werken aan een project voor een klant die nu naar fase 1, fase 2 gaan. Dat zijn allemaal nieuwe moleculen die bij ons zijn ontwikkeld. Die zijn gemaakt inderdaad met ontzettend veel uitdaging om die ook weer in voldoende mate te kunnen maken. Dat ze de testen kunnen gaan doen. En dat is 100% wetenschappelijk werk.
Henk Jan Out: De vraag die ik dan altijd heb bij dit soort dingen is: heb je dan niet de behoefte om het zelf te gaan ontwikkelen? Want je doet het allemaal voor anderen, maar je doet zo’n groot gedeelte van het hele ontwikkelingsproces en het researchproces zelf, waarom hou je het niet allemaal zelf en ga je vervolgens de kliniek uitbesteden? Dan ben je gewoon een nieuwe farmaceut die het later ook op de markt kan brengen.
Eelco Ebbers: Ja, dat is altijd het dilemma inderdaad als je in deze markt zit. In mijn optiek zijn er maar twee modellen die 100% goed kunnen werken: of je bent een biotech model, inderdaad, en je doet alles voor je eigen risico met een veel hoger risicoprofiel inderdaad om het zelf te kunnen ontwikkelen. Of je bent een service model, en ontwikkel je voor anderen. Maar dat wil niet zeggen dat het niet uitdagend is. Ja, onze mensen zouden vinden het ontzettend interessant om te weten van de stoffen die ze maken op het laboratorium; wat de resultaten daarvan zijn. Dus komt het uiteindelijk ook verder in de kliniek? En het geeft ontzettend veel voldoening voor mensen inderdaad om te zien dat dat ook daadwerkelijk gebeurt. En niet elk project zien we dat, maar voor heel veel projecten zien we dat wel.
Henk Jan Out: Maar kan je niet allebei doen? Een stuk service doen, daar als het ware je geld mee verdienen en dan ook investeren in wat meer risicovoller onderzoek waar je zelf dan misschien later nog meer van kan profiteren?
Eelco Ebbers: Nou, ik zeg niet dat het niet mogelijk is en er zijn een aantal voorbeelden in de markt van bedrijven die dat hebben gedaan. En nog steeds doen. Daar zit altijd het spanningsveld van wat je als service doet en wat je voor eigen ontwikkeling doet. En daar zit toch vaak ook echt een spanning tussen die afdelingen inderdaad. Van mensen die eigenlijk worden gezien als zijnde en wij worden gebruikt om werk te doen inderdaad. Wat geld oplevert voor de andere afdeling om research weer anders te kunnen doen. Dus daar zit vaak een enorm spanningsveld in om het goed te kunnen doen. En ik zeg niet dat het niet succesvol zou kunnen zijn. Er zijn een aantal voorbeelden van. Maar er zijn ook heel veel bedrijven die uiteindelijk zijn van afgestapt van dat soort modellen. En een recent voorbeeld, ik wil niet zeggen inderdaad dat het niet altijd werkte, maar Oncolines die we hebben overgenomen hier in Oss was ook een model van een hybride model wat een service tak had en een biotech tak had. En die zijn uiteindelijk ook gesplitst inderdaad. En wij hadden heel erg interesse in de service tak. En daar zie je dus ook inderdaad het model – en dat zie je heel vaak wel gebeuren – dat het uiteindelijk dan toch opsplitst. Omdat mensen zich dan ook echt kunnen focussen op die doelstellingen van het bedrijf. Want anders heb je, in een hybride model, blijft het altijd een beetje vaag wat dan de doelstellingen zijn. En kun je dan nog een goede strategie uitvoeren die ook duidelijk is voor je eigen mensen?
Henk Jan Out: Een andere mogelijkheid zou misschien zijn het produceren van geneesmiddelen. Want daar lezen we continu in de krant over dat er tekorten zijn. Nou, jullie kunnen dat al op bescheiden schaal produceren voor klinische studies, maar wellicht ook op grotere schaal. Dat lijkt me toch ook wel een interessant verdienmodel.
Eelco Ebbers: Nou, daar kijken we uiteraard wel naar. Zeker maar met name voor de nieuw te ontwikkelen stoffen. Dus om dan ook wellicht naar fase 3 of commercieel te gaan.Dat zou een optie kunnen zijn. Dat doen we op dit moment nog niet. Maar we kunnen wel degelijk inderdaad, wat nu wel speelt natuurlijk in de actualiteit… De beschikbaarheid van medicijnen in Nederland of in Europa, waar gewoon tekorten zijn inderdaad. En dan zie je het spanningsveld komen inderdaad. In politiek, geopolitiek. Die we ook rond corona hebben gezien inderdaad over beschikbaarheid.En dan zie je toch daar waar de medicijnen op dit moment worden geproduceerd – en dat is met name Azië, China, India – dat daar dan toch om een gegeven moment politiek gaat spelen inderdaad over beschikbaarheid.
En je moet je ook afvragen als land, zoals Europa. Wat is kritisch en wat is niet kritisch? De discussie gaat ook over antibiotica bijvoorbeeld inderdaad. Waar die vroeger, met name ook in Nederland, hadden we daar dezelfde producenten voor. En tegenwoordig ben je gewoon afhankelijk van andere landen. En dat is maar de vraag of dat een goed besluit is.
Henk Jan Out: Goed, stel dat het, want we lezen natuurlijk ontzettend veel over alle tekorten. Stel dat de overheid zou zeggen tegen jou: nou, Symeres, kun je niet wat antibiotica op korte termijn voor ons produceren, of andere geneesmiddelen waar op dat moment een tekort aan is. Dat zouden jullie kunnen doen of niet?
Eelco Ebbers :Niet op deze korte termijn. Maar wel – we hebben al vaker ook in die periode van corona – hebben we al degelijk, is daar ook een plan voor geweest toen het tekorten waren, om in Nederland naar producenten te kijken inderdaad wie dat zouden kunnen doen. En wij hebben daar ook voor een aantal medicaties destijds gekeken nou: dit zouden wij op korte termijn kunnen gaan doen voor Nederland inderdaad, zeg maar, om een aantal van die kritische medicijnen die niet beschikbaar waren, om dat te gaan doen. Dat stierf een mooie schone dood uiteindelijk inderdaad. Omdat je werd weer achterhaald door de realiteit dat het werd weer beschikbaar. Toen zijn er wel plannen nog geweest inderdaad; hoe ga je dat nou beheersen in een volgende crisis? En daar is ook het plan gemaakt inderdaad en ook gepresenteerd wel, van: hoe ga je nou opereren en kun je productiecapaciteit in Nederland beschikbaar houden of ijdel houden, die in dit soort gevallen dan beschikbaar is voor de Nederlandse markt of de Europese markt. Maar je ziet toch uiteindelijk daar is natuurlijk gewoon geld en tijd voor nodig. Dat is wel het dilemma onder andere in Nederland. Daar wordt niet naar gekeken inderdaad, wat die investeringen zouden kosten inderdaad. En gaan we dat geld beschikbaar houden om dit soort capaciteiten te maken en beschikbaar te houden. En dat is gewoon natuurlijk echt een euro kwestie.
Henk Jan Out: We zijn er ook wel echt verslaafd aan geraakt, aan die hele goedkope generieke middelen. Onlangs las ik een pilletje metformide voor twee cent, wordt dat hier in Nederland verkocht…
Eelco Ebbers: Zeker in de generieke markt, en wij zitten niet echt in de generieke geneesmiddelen, is dat weldegelijk een discussie. Je moet je af en toe ook afvragen inderdaad, de politieke discussie inderdaad, moet je altijd voor het goedkoopste gaan? Dus, ja, de kosten voor zorg en medicijnen lopen natuurlijk enorm op en daar moet je naar kijken.Ik ga niet zeggen dat je daar niet naar moet kijken. Maar je moet wel heel kritisch gaan kijken welke kwaliteit en welke beschikbaarheid je nodig hebt.En je ziet gewoon dat door daar te scherp op te gaan zitten inderdaad, dan word je als klein land gewoon voorbij gelopen.
Henk Jan Out: Over geld en kosten gesproken. Zijn jullie duur? Is er veel competitie? Kan je vragen wat je wil? Omdat je zegt zelf we kunnen beter dan Big Pharma. Dus dan zit er ook wel een flink prijskaartje aan of niet?
Eelco Ebbers: Wij hebben altijd een strategie gehad inderdaad, vanaf het begin en nog steeds, onze focus ligt op kwaliteit.En wil je kwaliteit gaan leveren kost dat geld. En wij zijn zeker niet de duurste in de markt. Wij zijn ook echt niet de goedkoopste in de markt. Maar voor kwaliteit moet je betalen.En dat is, zeker wordt dat gewaardeerd door de markt. En waar alles staat of valt door de waarde die je biedt. En we hebben weleens discussie gehad met klanten inderdaad die zeiden: ”Als wij bij jullie mensen inhuren, dan kunnen wij voor 30% van die prijzen in China doen.” Uiteindelijk kwam een dergelijk project terug inderdaad omdat we aantonen dat; je kunt wel veel capaciteit bijvoorbeeld bij een concurrent in China besteden, maar als je uiteindelijk inderdaad in 10% van de tijd dat het kost om het te kunnen maken dat aantoont met veel minder mensen, dan ben je gewoon netto goedkoper uit bij een kwalitatief beter bedrijf die veel sneller en met mindere capaciteit dat soort producten kan maken.En dat is soms een heel gevecht dat je moet leveren. Maar die je uiteindelijk wel gaat winnen. Inderdaad door te focussen op kwaliteit. En dat spreekt zich toch rond.
De wereld van wetenschap en ook de mensen bij de farmabedrijven of de academische wereld, die kennen ondertussen de namen wel van de bedrijven waarvan je weet…
Henk Jan Out: Want jullie zijn de grootste in deze business in de wereld. Of hoe moet ik dat zeggen?
Eelco Ebbers: Nee in de wereld niet. Wij zijn denk ik wel een van de grotere partijen wereldwijd, maar er zijn zeker ook nog partijen die veel groter zijn dan wij.
Henk Jan Out: Maar goed jullie zijn heel groot geworden, een prachtig traject van overnames. Succesvol. Jouw hele leven als chemicus is natuurlijk enorm veranderd. Fulltime CEO.Ik kan me voorstellen dat je het erg druk hebt. En wat doe jij zowel om de spanning een beetje te verminderen. Wat doe jij in je vrije tijd?
Eelco Ebbers: Toch, ja, mijn kinderen zijn ondertussen ook groter geworden. En twee zijn er, worden al zelfstandig. Dus dat, de familie, spenderen tijd met familie. Maar daarnaast om te ontspannen; ik probeer zoveel mogelijk te sporten. Dus ik geniet altijd enorm van de natuur. Dus zeker, ik zit veel, heel veel op de fiets.Dus dat is toch een beetje ook de uitlaatklep van, voor mij inderdaad om te kunnen ontspannen. Betekent toch fysiek weer bezig zijn. Dus ik probeer zoveel mogelijk te sporten in die periodes dat daar tijd voor is. En ik hou ontzettend veel van reizen.
Henk Jan Out: En je hebt ook oude auto’s, hè?
Eelco Ebbers: Ik heb een hele serie, dat is een liefde die ooit is ontstaan. En ik heb zeker ook een aantal klassieke auto’s over de jaren heen verzameld.
Henk Jan Out: Wat voor merken zijn dat?
Eelco Ebbers: Ik heb maar één merk en dat zijn oude Porsche 911’s. Die ik aan de ene kant verzamel, maar waar we ook actief mee rijden. Dat doen we onder andere ook met de familie. Dat we op pad gaan met vier, vijf van die auto’s. En dan is het meer ook het genieten van het rijden door mooie landschappen en dan uiteraard om iedereen bij elkaar te hebben uiteindelijk aan een diner, bij een drankje, dat maakt het ontzettend leuk om te doen.
Henk Jan Out: En je houdt ook van voetbal?
Eelco Ebbers: Ik ben van oorsprong, voordat ik aan het fietsen kwam, il heb zelf altijd gevoetbald. Maar sporten zit wel een beetje in de genen. Dus ik ben een fanatiek voetballer altijd geweest. Maar daarna ook met sponsoring binnengekomen bij de Graafschap. En dat is af en toe best pijnlijk om dan ook weer in de Keukenkampioen Divisie tegenwoordig te zitten. Maar dat is een beetje ook een onderdeel van ons leven. Dus we gaan daar wekelijks naartoe als we thuis spelen en dat is ook een beetje een gezamenlijk uitje wat ik altijd samen met mijn vrouw heb gedaan. Die ook enorm gek is van sport en ook van voetballen. Dus daar kun je ons vaak vinden.
Henk Jan Out: Leuk. Ja, om een beetje tot een afsluiting te komen. Het is natuurlijk een prachtig verhaal. We hadden het over een jongensdroom in het begin. Wat is naar jouw gevoel de reden van je succes?Wat is het bij jou zelf waardoor je dit voor elkaar hebt gekregen?
Eelco Ebbers: Ik denk enerzijds inderdaad om open te staan voor, om een team samen te stellen, wat ik straks al zei, om mensen om je heen te verzamelen die beter zijn in bepaalde facetten dan jezelf. En daar ook die ruimte voor te bieden. En als ik naar mezelf kijk: ik denk juist ook de kracht van de combinatie van wetenschappelijke kennis en samen met de interesse en de ambitie ook om operationeel bezig te zijn, om een bedrijf te ontwikkelen. Dus ook als generalist daarnaar te kijken.En te kunnen anticiperen dat je flexibel bent om keuzes te maken. Je ziet heel vaak bedrijven juist ook niet succesvol zijn omdat men geen keuzes kan maken of te bang is om te maken. We zijn nooit bang geweest om keuzes te maken. Je weet gewoon: af en toe maak je gewoon fouten. Iedereen maakt fouten en daar moet je niet bang voor zijn.
Henk Jan Out: Wat is de grootste fout die je gemaakt hebt?
Eelco Ebbers: Hebben wij ooit fouten gemaakt? Ik zit even na te denken inderdaad. Of wij ooit fouten hebben gemaakt. Ik kan er zo niet één verzinnen. Dat moet ik eerlijk zeggen.
Henk Jan Out: Want dat verhaal klinkt tamelijk succesvol. En is ook heel erg succesvol. Eelco, Ik denk dat we aan het eind gekomen zijn van de podcast. Ik vond het een ontzettend leuk gesprek. Dank je dat je hier naartoe bent gekomen. Ik wens je veel succes met Symeres. Wellicht komen er nog weer nieuwe overnames aan. We zullen het nauwgezet volgen. En u bedankt voor het luisteren. En tot de volgende keer. Dag.
Dit was Leaders in Life Sciences, dankjewel voor het luisteren. Vond je iets van deze aflevering? Wij ontvangen graag jouw feedback. Wat houdt bijvoorbeeld jou bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of een Google review of stuur een berichtje via social media of natuurlijk gewoon per mail. Onze waardering is groot. Tot slot, nog dank aan onze partners. Dat zijn Pivot Park, Pedersen & Partners, Johnson & Johnson The Netherlands, Axon Lawyers en Scribes fiscalisten.
Recente reacties